Orakel

He did it again!

Ja hoor, he did it again! Thomas Olde Heuvelt heeft weer een lekker boek geschreven, yes ma’am! Hij debuteerde natuurlijk groots met Hex. Daarna kwam Echo, dat op zich ook genoeg enge elementen in zich had, maar waar de suspense voor mijn gevoel te lang uitgerekt werd waardoor het alle spanning verloor. En nu is er Orakel en ik vind ‘m weer fantastisch!

Emma en Luca fietsen ’s ochtends naar school door de dikke mist. Dan zien ze in een weiland een schip liggen. Een groot VOC-achtig schip, gewoon zo maar ineens, op z’n zij, in een weiland, veel te ver van de zee af om daar aangespoeld te zijn. Ze gaan polshoogte nemen; Emma gaat zelfs zo ver dat ze het openstaande luik op het hellende dek binnengaat. Niemand ziet haar nog terug. Ook de mensen na haar het schip in gaan, om haar te zoeken, komen niet meer terug.

Er komt cover-up-actie van de AIVD, of eigenlijk een op zichzelf opererende geheime organisatie gespecialiseerd in het verbergen en verborgen houden van dit soort fenomenen. Maar het schip, dat Orakel heet, is nog maar het topje van de ijsberg…

Nou goed, meer ga ik niet vertellen, behalve dat het heerlijk spooky is. Ik moet bekennen dat ik in het begin op een bepaald moment had ‘nu gaat het te ver.’ Zonder te veel te verklappen ging het om een spookverschijning op een boorplatform en dat was op dat moment zo erg out of place dat ik er niet in mee kon. Gelukkig vloeide het verhaal verder wel logisch door, voor zover je dit soort horrorerske thrillers logisch kunt vinden. En toen later in het verhaal de spookfiguur haar plaats kreeg, toen klopt het toch weer wel. Uiteindelijk kwam dat dus weer goed!

Ik heb genoten van Orakel. De spanning zit er goed in, meteen al vanaf het begin. De korte hoofdstukken en het verspringen tussen de verschillende hoofdpersonages houden de vaart erin en zorgen voor een positief ‘nog één hoofstukje nog!’ leesgevoel. Dat is altijd een goed teken! Ik kijk nu al uit naar de volgende Olde Heuvelt!

Finse dagen

Puur Koch

Finse dagen is een ander soort boek dan ik tot nu toe van Herman Koch heb gelezen. Het gaat over hemzelf. Over hoe hij als negentienjarige jongen een half jaar lang in Finland woonde; in zijn eentje bij een boer en zijn vrouw en hen hielp op de boerderij. Het gaat over het overspel van zijn vader, het verlies van zijn moeder, maar ook over hoe hij nu is. Wat hij doet en voelt als hij in het buitenland een hotelkamer betreedt of een clandestien etentje van de uitgever moet bijwonen. Met andere woorden: het gaat puur alleen over hemzelf. Puur Koch.

Er is natuurlijk altijd de literaire vrijheid en je kunt je dus afvragen hoe waargebeurd dit waargebeurde verhaal is. Daar speelt de schrijver zelf ook mee, in het boek. Maar eerlijkgezegd vind ik dat niet echt belangrijk. Ik geloof dat de basis echt is, dat het daar waar dat nu eenmaal kon, wat is aangedikt en mooier is gemaakt, is mij om het even.

Typisch Koch is het neerzetten van zijn personages met al hun onhebbelijkheden en pakkende beeldende omschrijvingen. Zo ook in Finse dagen, waarin hij zichzelf als opstandige tiener afschildert als egocentrisch en soms zelfs rondweg gemeen. Ook nu, als volwassen man en geprezen schrijver, durft hij zijn hoofd binnenstebuiten te keren en zijn onzekerheden en sociale onvermogen te benoemen. Af en toe schitterend onbeholpen en, dat vind ik, herkenbaar.

Dat vind ik de echte kunst van Koch. Zijn verhalen zijn ook altijd goed, origineel en spannend, maar het zijn de personages en de omschrijvingen, het neerzetten van de wereld, die ik het mooiste vind in zijn werk. Zo ook in Finse dagen; of het nu echt gebeurd is of niet.

Max Havelaar

Enigszins verwarrend

Op een boekenmarkt vind je nog eens iets. In mijn geval is dat ‘iets’ altijd ‘te veel’. Het is maar goed dat ik geen grotere tas had meegenomen; toen ik op een gegeven moment het aantal boeken niet meer kon dragen, was het thuis om naar huis te gaan!

Eén van de aanwinsten is deze modernere versie van Max Havelaar. Blijkbaar heb ik een gezegende jeugd gehad waarbij ik geen enkele keer verplicht ben geweest om dit boek te moeten lezen voor mijn lijst. Kortom; ik kende de titel, de naam van de auteur, maar meer wist ik er ook niet vanaf. Behalve dan dat veel mensen het een draak van een boek vonden.

Nu ben ik altijd wel nieuwsgierig naar ‘de klassiekers’; vaak vallen ze ook heel erg mee. Waarschijnlijk omdat ik ze niet op 16-jarige leeftijd heb móeten lezen, maar ze gewoon vrijwillig las. In mijn eigen tijd. Dus dat hoopte ik ook een beetje voor Max Havelaar. Maar mezelf kwellen met Oudnederlandsch vond ik iets te ver gaan, dus deze in ‘modern’ Nederlands herschreven versie vind ik helemaal prima!

Waar gaat Max Havelaar over? Tja… Het heet officieel ‘Max Havelaar of de koffieveilingen van de Nederlandse handelsmaatschappij’. En het begint ook met een heel wijsneuzerig figuur die voor zo’n koffieveiling werkt en daar uitermate trots op is. Maar behalve de inbreng van deze persoon (die deels het verhaal vertelt), gaat het eigenlijk helemaal niet over koffie. Het gaat over Nederlands-Indië, over uitbuiting, corruptie en onmacht. En over Max Havelaar.

Ik vond het een beetje een verwarrend boek. Er worden allerlei randfiguren opgevoerd die het verhaal van Max Havelaar gaan vertellen. Ik snap niet zo goed de functie van deze figuren, behalve dan dat het afwisseling brengt in de vertelstijl (ik vind Batavus Droogstoppel erg vermakelijk) en waarschijnlijk ook de visie op de zaken die Max Havelaar aan het licht wil brengen. Het is vooral een beetje verwarrend.

Uiteindelijk vond ik de basis van het boek wel interessant; de regenten, assistent-residenten, hoe het ‘werkte’ in Nederlands-Indië. Verder heeft het geen bijzonder diepe indruk gemaakt op me. Ik geloof wel dat het toen het uitgebracht werd, het een bijzonder boek was. En dat het wat dat betreft ook belangrijk is voor de geschiedenis van het koloniale verleden van Nederland. ík voel me na het uitlezen vooral opgelucht dat ik hier nooit een boekverslag van heb moeten maken.

 

De een zijn dood

Krachtige personages in relatief weinig pagina’s

In De een zijn dood wisselt het verhaal een aantal keren van perspectief. Het begint bij een ex-rechercheur die tegenwoordig erfgenamen opspoort bij het overlijden van een persoon zonder vrienden en nabestaanden. Bij het overlijden van een kluizenaar weet hij in oude correspondentie twee jonge vrouwen terug te vinden die beide een grote rol in het leven van de overleden man hebben gespeeld. Als blijkt dat één van de vrouwen momenteel met een zware psychose kampt, besluit de ex-rechercheur samen met de andere vrouw het kapitaal te verduisteren. Dit met de gedachte dat niemand daar achter zal komen.

Na het perspectief van Wim de ex-rechercheur, verschuift het naar Sofie (de dame die samen met Wim het geld opstrijkt) en Francien (de vrouw met de psychose). Het is een mooi geschreven puzzel waarvan de stukjes langzaam in elkaar vallen en uiteindelijk tot een triest eindresultaat komen.

Wederom geen vrolijk boek dus van Bernlef, maar ik blijf het bijzonder vinden hoe de man in het hoofd van zijn personages kan kruipen en ze zo krachtig kan neerzetten in relatief weinig pagina’s. Daarnaast speelt het een groot deel af op het Schotse eiland Skye, waar ik onlangs nog op vakantie ben geweest. Dat geeft voor mij ook altijd een extra dimensie aan het verhaal; als het op een favoriete plek van mezelf afspeelt. Geheel suggestief natuurlijk, maar zo werkt dat nu eenmaal voor míj.

De korte hoofdstukken en vlotte schrijfstijl maken ook dit boekje tot een ééndagsboek: zo uit. Het verhaal heeft verder ook niet zo veel om handen, maar de sfeer beklijft en ook na het uitlezen gaan mijn gedachten uit naar de twee jonge vrouwen in het boek.

Op slot

Mooi naargeestig en melancholisch

Ook deze keer verliet ik weer met een volle rugzak het tweedehandsboekenwinkeltje. Potverdrie. Ik ging echt alleen maar boeken wégbrengen! Maar zo gaat het nu eenmaal altijd. En zeg nu zelf; een ongelezen Bernlef met harde kaft voor maar die euro kan ik toch niet laten liggen?

In ‘Op slot’ kijkt de gepensioneerde fotograaf Dick terug op zijn vriendschap met kunstschilder IJsbrand. Samen met de dochter van de kunstenaar reconstrueert hij het leven dat IJsbrand leefde met zijn schilderijen en zijn vrouw Nadia, al jaren geleden opgenomen in een psychiatrische inrichting. Wat volgt is een melancholisch verhaal over misgelopen liefde en het onbedoeld opsluiten van elkaars geliefde. Opsluiten in de kunst.

Al vanaf pagina 1 zit ik in het verhaal, zoals altijd bij het lezen van Bernlef. Het verhaal bouwt zich mooi op en de sfeer is naargeestig en triest. Het is zo mooi opgeschreven, dat je het verhaal voor je ogen ziet; alsof je naar beelden kijkt in plaats van hun omschrijving leest. Dat vind ik nog het mooiste aan Bernlef’s schrijfstijl; het is meeslepend zonder opsmuk. Geen moeilijke woorden of ingewikkelde zinconstructies. Niet vlak, maar ook niet moeilijk.

Wat mij betreft een mooi boekje. Het is zo uit (na slechts een ochtendje lezen), maar dat is met al zijn boeken zo. En na het lezen van wat dramatisch slechte boeken de laatste weken, was dit echt heel fijn om tussendoor te snoepen.

 

De Amerikaanse prinses

‘Self made princess’ komt tot leven

Mijn kennismaking met Annejet van der Zijl was Jagtlust. Dat boek ging over iemand die mij totaal niets zegt. Toen niet en nu niet. Maar de manier waarop het verhaal van Fritzi Harmsen van Beek (die lange tijd doorbracht in het landhuis genaamd Jagtlust) was geschreven, liet mij het boekje in één ruk uitlezen. Boeiend tot de laatste pagina.

Daarna volgden nog Sonny Boy (zo mooi!), Anna, Bernhard en Gerard Heineken. Allemaal pageturners wat mij betreft. Geschiedenislessen die met een vlotte pen zijn opgeschreven en daardoor nergens saai worden. Met andere woorden: ik ben fan!

De Amerikaanse prinses is Van der Zijl’s nieuwste boek en gaat opnieuw over iemand die mij niets zegt. Allene Tew is een ‘self made princess’ en kwam al eens voor in een bijrol in het boek over prins Bernhard. Zo leerde Van der Zijl ook, tijdens het schrijven van Bernhard’s biografie, dat ze over deze vrouw óók nog een boek wilde schrijven.

Ik vind De Amerikaanse prinses vooral een ontroerend verhaal. Allene Tew groeit op als dochter van Amerikaanse pioniers in een klein dorpje. Via diverse huwelijken en een scherp zakelijk verstand weet ze op de sociale ladder te stijgen tot dame en zelfs tot prinses, mét de nodige welvaart. Ze krijgt de ene na de andere tegenslag te verwerken. Ondanks dat blijft ze ‘moed houden’, zoals ze dat zelf zegt. Ze komt op me over als een intelligente, krachtige, maar ook als een eenzame, verdrietige en warme vrouw.

Het verhaal speelt zich in een bijzonder interessante periode af; de tijd waarin Amerika groeit en bloeit en zichzelf vervolgens in een depressie verliest. En in Europa razen verwoestende oorlogen over het continent en heerst er grote armoede. Dat zijn feiten die ik uit de geschiedenisboeken ken. Maar door over de persoonlijke ervaringen en verliezen van Allene te lezen, komen de feiten tot leven.

Dát is wat mij betreft de ware kunst van Annejet van der Zijl; ze laat haar hoofdpersonages leven. Van zwarte lettertjes op wit papier weet zij personen van vlees en bloed te creëren. Het boek is nu uit en ik heb het idee dat ik Allene Tew echt heb leren kennen. Ze is niet langer iemand ‘die mij niets zegt’. Ze leeft.

De brug

de-brugSorry, maar nee

Tja en dan De brug. Ik weet het, ik weet het; iedereen sluit knuffelauteur Geert Mak in zijn/haar hart. Een schrijver des vaderlands, een man die zijn strepen ruimschoots verdiend heeft. Maar De brug kon me toch echt niet bekoren.

In De brug vertelt Mak over een brug (joh?) en alle gasten en ondernemers die zich dagelijks op en onder de constructie begeven. In eerste instantie wordt niet benoemd welke brug het is, of het in het nu of in een verleden tijd afspeelt en het perspectief is ook niet helemaal duidelijk; wie vertelt het?

Ik zal snel eerlijk zijn, dan kan je zelf nog bedenken of je dit überhaupt wil af lezen: ik ben na dertig pagina’s gestopt met lezen. Ik was er inmiddels achter gekomen dat het om een brug in Turkije gaat, in Istanbul en dat het perspectief de schrijver zelf is in die in gesprek gaat met de mensen die er wonen en werken.

Ja: het is mooi opgeschreven, ja: ik zag het voor me verschijnen, ja: het is vast een prachtboek. Maar ik vond het onderwerp niet interessant, het veelvoudig verspringen van de focus op diverse personen resulteerde bij mij in een gebrek aan binding met het hele gebeuren. Het las een beetje als een verzameling korte verhalen; elke verhaaltje weer over een andere bewoner op de brug. En je weet onderhand wel hoe ik ben met korte verhalen. Niet mijn ding. Sorry, Geert!

Beste vriend

Egocentrische zak met een klein hartje

beste-vriendVoor mij valt of staat een verhaal met de hoofdpersoon. Ik moet daar een bepaalde sympathie voor voelen. Als ik dat niet heb, vind ik het boek al snel stom, om het even simpel samen te vatten. Dat was ook het probleem dat ik had met ‘Alleen maar nette mensen’ van Robert Vuijsje, ik vond de hoofdpersoon een vreselijke debiel. Daarnaast kwam het allemaal erg stigmatiserend en ‘makkelijk’ op me over. Kortom, een ‘stom’ boek.

Van Bol mocht ik het volgende boek van Vuijsje recenseren; ‘Beste vriend’. Een uitdaging, zeker omdat ik van tevoren al van mening was dat dit waarschijnlijk ook een stom boek zou zijn. Hoe verrassend dat ik na de eerste twee hoofdstukken eigenlijk al had vastgesteld dat de hoofdpersoon weliswaar opnieuw een zelfingenomen, egocentrische zak is, maar dat ik ook medelijden voor hem voelde. De oppervlakkigheid spat ervan af, maar Vuijsje weet ook de pijn achter de persoon door te laten schemeren. Niet veel, maar genoeg om geboeid te raken.

Ik heb het boek in één dag uitgelezen. Het verhaal is verrassend, boeiend, bij vlagen ook grappig door de kortzichtigheid en oppervlakkigheid van de wereld van media en BN’ers die omschreven wordt. Het verhaal ontroerd ook, al maakt de hoofdpersoon Sam niet altijd even slimme keuzes en blijft hij eigenlijk het gehele boek door die zelfde egocentrische zak. Maar wel eentje met een klein hartje.

Beschrijving op de achterflap:
Iedereen kent Samuel Green, maar waar is hij ook alweer beroemd van? In een wereld die geobsedeerd is door roem wil hij maar één ding: gezien worden.

Sam vult zijn dagen met het tellen van zijn volgers op Twitter, het bezoeken van vernissages waar gratis telefoons worden uitgedeeld en het verleiden van vrouwen van andere beroemde mannen. Voor zijn zoontje Sammie heeft hij geen tijd. Voor zijn echtgenote Venus ook niet. Tot Sam wordt gedwongen tot een keuze: zijn zoontje of zijn roem.

De ontdekking van de hemel

Een mooi ‘grote-mensensprookje’

de-ontdekking-van-de-hemelEindelijk! Eindelijk heb ik ‘m uit! Als drie jaar ligt De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch bij mij in de kast op het ‘nog te lezen-plankje’. En elke keer verzon ik wel een excuus om aan een ander boek te beginnen; want ja… Het is toch wel een dik boek (900 pagina’s) en het zal wel zware kost zijn. Deze vakantie had ik als belangrijkste doel; beginnen aan De ontdekking en deze hopelijk ook uít lezen. En dat is gelukt! En ik was positief verrast!

Het boek begint met de vriendschap tussen Onno (een brallerige know-it-all bal) en Max (arrogante vrouwenverslindster). Ze hebben niets gemeen met elkaar, behalve hun hoge gehalte ‘blabla’, maar worden de beste vrienden. Uiteindelijk trouwt Onno zelfs met een ex-vriendin van Max (no harmed feelings) en raakt zij zwanger.

Dan wordt het verhaal complexer; van wie is het kind? En hoe loopt een bijna fataal auto-ongeluk af? En waar bemoeien die twee hemelbewaarders zich toch mee?

Ondanks dat het boek 900 pagina’s dik is en er dus genoeg gebeurt, wil ik niet te veel verklappen. Ik had in het begin wat moeite met het oeverloos gelul tussen de twee vrienden die op hun dertigste denken dat ze alles al weten. Aan de andere kant is het een prachtige opbouw en vorming van de twee belangrijkste karakters in het boek. Beiden winnen aan sympathie, zelfs als hun levens uit elkaar groeien en ze nog maar één link hebben: Quinten, de zoon van Ada en Onno.

Aan het einde van het verhaal wordt het wat zweverig en vaag, maar ook dat zij vergeven. Het is een mooi bedacht ‘grote-mensensprookje’ met personages en een boeiende verhaallijn. Een klassieker, zeker weten. En ik ben blij dat ik ‘m gelezen heb.

De wraak van Vondel

Frank van Pamelen: Tilburgs Trots!

De wraak van VondelNu tijd voor een stukje Tilburgs Trots: De wraak van Vondel door Frank van Pamelen (Van Pamelen komt uit Tilburg. Geen idee of je Pámelen of Pamélen zegt, na ruim 15 jaar wonen in Tilburg heb ik de uitspraak nog niet altijd onder de knie. Hij komt in ieder geval uit Tilburg (of woont er).

Anywayz… De wraak van Vondel dus. Intrigerende roman. Een whodunnit vervlochten met Nederlandse geschiedenis. Een soort van Da Vinci-code maar dan met het koningshuis en Joost van den Vondel in de hoofdrol. En Amsterdam. Dat is dan wel weer jammer. Heb ik een Tilburgse schrijver om trots op te zijn, schrijft ie over Amsterdam.

In het kort: een journaliste krijgt een mailtje van een dichter, hij wil iets belangrijks met haar bespreken. Voor ze hun afspraak hebben wordt de dichter dood gevonden in de Oude Kerk in Amsterdam. En vanaf dan begint een ingewikkelde puzzeltocht die de journaliste en een professor in letteren proberen op te lossen, voor het te laat is!

Ontzettend knap geschreven en er moet ontzettend veel research gedaan zijn. Cryptische dichtregels van Van den Vondel die uiteindelijk allemaal naar de laatste clou leiden. Net als bij de Da Vincicode vervaagt de grens tussen fictie en waarheid.

Daarentegen is poëzie niet echt mijn ding en oud-Nederlandsch taalgebruik evenmin. Die cryptische dichtregels gingen me op een gegeven moment wel een beetje tegenstaan. Gelukkig worden ze elke keer heel goed uitgelegd en ‘ontrafeld’ door de hoofdpersonen. Het gevolg was wel dat ik dan maar snel over die regels heen las en meteen doorging naar de uitleg.

Maar goed, dat is een interessedingetje. Het verhaal zit goed in elkaar, goede opbouw; spannend en niet voorspelbaar. Qua personages mis ik nog wat diepgang en achtergrond, maar dat was op zich niet storend. Het verhaal liep prima door en las goed weg. Kortom; met recht trots op Tilburgs Talent!