Tenenkrommend pijnlijk en hartverwarmend tegelijk
Afgelopen week had ik een John Boyne-week. Eerst al Een ladder naar de hemel en nu dan ook My brother’s name is Jessica. De titel en de kaft spreken al redelijk voor zich, Boyne verdiept zich in zijn laatste Young Adult boek in de wereld van de transgender. En dan met name in wat dat doet met de persoon zelf en haar directe omgeving.
De jonge Sam is aan het woord. Hij is dertien jaar en heeft geen vrienden. Zijn beste vriend is zijn grote broer Jason, waar hij enorm tegenop kijkt. Het is dan ook een schok voor Sam als Jason op een avond aan hem en zijn ouders vertelt dat hij zich eigenlijk een meisje voelt.
Sam en Jason’s ouders werken in de politiek en staan in de spotlight. Hun moeder wil premier van Engeland worden en hun vader is haar persoonlijke assistent. Kortom; er is maar weinig tijd voor hun kinderen en al helemaal niet voor een puber die blijkbaar door een fase gaat en ineens meisje wil zijn. Wat een onzin.
Hier wordt het verhaal tenenkrommend pijnlijk. Voor Jason. Ook Sam wil er niet aan dat zijn broer eigenlijk zijn zus wil zijn. Er volgens een aantal pijnlijke woordenwisselingen en een genante gezinssessie bij de psycholoog. Als Jason bij zijn tante gaat wonen omdat hij daar wel kan zijn wie hij wil zijn (welkom Jessica), dan begint het te dagen bij Sam (en ook zijn ouders) wat zij Jason aan hebben gedaan.
Boyne beheerst de kunst om in het hoofd van zijn hoofdpersonages te kruipen en hun gevoelens eerlijk en geloofwaardig op te schrijven; of hij nu voor jongvolwassenen of volwassenen schrijft. Juist die tenenkrommende pijnlijkheid, die schijnbare ongevoeligheid van Jason’s ouders, de worstelingen van Sam om zijn zus te accepteren, die maken het verhaal zo levend.
Uiteindelijk is het einde niet bijzonder verrassend, misschien ook zelfs een beetje te cliché, maar ach, dat is niet erg. Het is juist fijn als sprookjes eindigen met een ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. Zeker in de ongetwijfeld ingewikkelde leefwereld van transseksualiteit.