Finse dagen

Puur Koch

Finse dagen is een ander soort boek dan ik tot nu toe van Herman Koch heb gelezen. Het gaat over hemzelf. Over hoe hij als negentienjarige jongen een half jaar lang in Finland woonde; in zijn eentje bij een boer en zijn vrouw en hen hielp op de boerderij. Het gaat over het overspel van zijn vader, het verlies van zijn moeder, maar ook over hoe hij nu is. Wat hij doet en voelt als hij in het buitenland een hotelkamer betreedt of een clandestien etentje van de uitgever moet bijwonen. Met andere woorden: het gaat puur alleen over hemzelf. Puur Koch.

Er is natuurlijk altijd de literaire vrijheid en je kunt je dus afvragen hoe waargebeurd dit waargebeurde verhaal is. Daar speelt de schrijver zelf ook mee, in het boek. Maar eerlijkgezegd vind ik dat niet echt belangrijk. Ik geloof dat de basis echt is, dat het daar waar dat nu eenmaal kon, wat is aangedikt en mooier is gemaakt, is mij om het even.

Typisch Koch is het neerzetten van zijn personages met al hun onhebbelijkheden en pakkende beeldende omschrijvingen. Zo ook in Finse dagen, waarin hij zichzelf als opstandige tiener afschildert als egocentrisch en soms zelfs rondweg gemeen. Ook nu, als volwassen man en geprezen schrijver, durft hij zijn hoofd binnenstebuiten te keren en zijn onzekerheden en sociale onvermogen te benoemen. Af en toe schitterend onbeholpen en, dat vind ik, herkenbaar.

Dat vind ik de echte kunst van Koch. Zijn verhalen zijn ook altijd goed, origineel en spannend, maar het zijn de personages en de omschrijvingen, het neerzetten van de wereld, die ik het mooiste vind in zijn werk. Zo ook in Finse dagen; of het nu echt gebeurd is of niet.

Het smelt

Soms is triest gewoon heel, heel erg mooi

het-smeltZo’n titel die continue voorbijkomt; in aanbevelingslijstjes, op bestselleroverzichten, op Twitter, Facebook en tv. Je kunt er eigenlijk niet omheen. Zo ervaar ik dat ook bij Het smelt van Lize Spit. Een donkere kaft, de titel in het wit, een vage afbeelding van wat lijkt op een schep. Het spreekt niet direct aan. Maar ja, na alsmaar die titel voorbij te zien komen (én de enthousiaste reacties en aanbevelingen), toch maar eens lezen waar het boek over gaat. Op de achterflap:

“In Eva’s geboortejaar worden in het kleine Vlaamse Bovenmeer slechts twee andere kinderen geboren, allebei jongens. De drie maken er hun hele jeugd samen het beste van, tot de puberteit aanbreekt. Opeens ontstaan er andere verhoudingen. De jongens bedenken wrede plannen en de bedeesde Eva kan hieraan meedoen of haar enige vrienden verraden. Die keuze is geen keuze.”

Het is een soort van coming of age verhaal, met een nare wending. In het boek wisselen de hoofdstukken van vroeger en nu elkaar af. De hoofdstukken van nu gaan over Eva die studeert in Brussel en sinds jaren weer terugkomt in haar geboortedorp vanwege een feestelijke uitnodiging van één van haar jeugdvrienden. En de hoofdstukken over vroeger gaan over de lome zomers die het drietal met elkaar doorbrachten en de verandering in hun vriendschap die er langzaamaan in sluipt.

Ik vond het een prachtig boek. Het betoverende Vlaams-Nederlandse taalgebruik van Lize Spit, de schuchtere Eva die je al het geluk van de wereld gunt, de sinistere spelletjes die de jongens spelen en dan langzaamaan ontvouwt zich een drama voor je ogen waar je even niet goed van wordt (inlcusief einde).

Zeker, zéker gaan lezen! Pas op, het is geen vrolijk boek. Je gaat er niet van lachen. Maar het is zo mooi geschreven en soms is triest ook gewoon heel, heel erg mooi.