De rode kamer

Nicci French –  De rode kamer: beetje standaard, leest wel lekker weg

De rode kamerKit Quinn werkt met geesteszieke criminelen. Ze raakt gewond als ze een verdachte ondervraagt die door de politie wordt vastgehouden. Tijdens haar herstel roept de politie haar hulp in bij een eenvoudige zaak. Het lichaam van een zwerfster is aangetroffen bij een kanaal in Londen. De politie heeft een verdachte en een bekentenis – van dezelfde man die Kit heeft aangevallen. Maar de kwestie blijkt allerminst eenvoudig. Naarmate Kit zich er meer en meer in verdiept – in het verhoor van de politie, in de getroebleerde geest van de verdachte, in de eenzame wereld van het mysterieuze slachtoffer – wordt het geheel steeds complexer en duisterder. Als Kit nieuwe verbanden en misdaden ontdekt, raakt ze betrokken in een verbijsterende zaak, die haar dreigt te vernietigen.

Op vakantie heb ik die boek in een paar dagen uitgelezen. Het is geen slecht verhaal, het leest lekker vlot weg en is bij vlagen nog spannend ook. Maar ook behoorlijk standaard. Op het moment dat ik op de eerste paar pagina’s van het boek ontdek dat Kit de hoofdrol speelt, ga ik meteen al ‘op zoek’ in de mannelijke personages naar wat haar potentiele liefdesaffaire zal worden. Want zo gaat dat in dit soort boeken: onzekere vrouw maar goed in haar werk zal verliefd worden op één van de politiemannen/verdachten. En inderdaad was dat het geval. Een ander herkenbaar element is het schijnbaar oplossen van de zaak als je nog niet eens op de helft bent van het boek. Goh, wat nu, nu het al is opgelost. Ah daar hebben we het al! We bedenken ineens een andere invalshoek, een nieuw bewijsstuk, een vrouwelijke intuïtie. En we gaan weer verder met het ontrafelen van het mysterie.

Nogmaals: het is geen slecht boek. Maar het is een dertien in dozijn verhaal. Als je ervan houdt, vast spannend en boeiend. En anders is het een lekker lees-snackje tijdens een ontspannen vakantie, zoals het in mijn geval was.