Bernlef – Hersenschimmen: meesterwerk blijft ontroeren
Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk en ziet zijn echtgenote voor een vreemde aan. ‘Achter me in de deuropening staat een vrouw. Haar bruine haar valt met een lok schuin naar rechts over haar voorhoofd. […] Ze houdt me in de gaten.’
Meer nog dan een verhaal over dementie is Hersenschimmen een liefdesgeschiedenis, met een onvermijdelijk tragisch einde.
Op de middelbare school moest ik dit boek lezen voor ‘mijn lijst’. Iedereen weet dat móeten lezen niet leuk is. Laat staan als het van die verplichte Nederlandse literatuur is die je als tiener (nog) helemaal niet interessant vindt. Elsschot, Mülisch, Wolkers, Bernlef… Wacht, die laatste is een uitzondering. Want ik kan me nog goed herinneren dat Hersenschimmen toen al een verpletterende indruk op me maakte. Ik heb al verschillende boeken van Bernlef in de kast staan, maar Hersenschimmen ontbrak tot nu toe. Toen de schrijver vorig jaar overleed besloot ik op zoek te gaan naar een mooie hardcover versie van zijn roman die toendertijd zoveel indruk op me maakte.
Opnieuw word ik vanaf pagina meegesleurd het verhaal in, het verwarde hoofd van Maarten Klein in. Het boek maakt opnieuw een verpletterende indruk op me. In de vijftien jaar die er tussen het voor de eerste keer lezen en het opnieuw lezen heeft gezeten, is er qua impact niets veranderd. Kortom; een GOED boek. Prachtig verteld, meeslepend en tragisch. Een boek dat wat mij betreft bij iedereen in zijn of haar boekenkast zou moeten staan. Maar ja, zoals ik al zei; met móeten bereik je meestal het tegenovergestelde. Vandaar dat ik het je alleen maar zeer, erg, enorm, van harte kan aanraden.