Paolo Giordano – De eenzaamheid van de priemgetallen: tragische liefdesroman
De zevenjarige Alice moet van haar vader elke dag naar skiles. Op een mistige ochtend zondert zij zich af van haar skiklasje, komt ten val en ondervindt daar de rest van haar leven de gevolgen van. Mattia is hyperintelligent en schaamt zich voor zijn zwakbegaafde tweelingzusje Michela. Als de tweeling op weg is naar een verjaardagspartijtje laat Mattia Michela achter op een bank in het park met de opdracht dat ze daar op hem moet wachten. Als hij terugkomt, is zijn zusje verdwenen. Op de middelbare school kruisen de levens van Alice en Mattia elkaar en er ontstaat een uitzonderlijke vriendschap. Ze voelen zich vanaf de dag van hun ontmoeting verbonden, maar merken al snel hoe moeilijk het is om wezenlijk contact met elkaar te krijgen.
De eenzaamheid van priemgetallen is de debuutroman van de nog jonge schrijver Paolo Giordano. Hij is natuurkundige en werkt momenteel aan zijn promotie. Zijn boek staat, sinds het verschijnen ervan, onafgebroken in de Italiaanse lijst met bestsellers. Zeker niet onterecht.
Giordano weet de psyche van de twee hoofdpersonages tot op het bot te doorgronden. Hun afzonderlijke jeugdtrauma’s vormen de bron voor hun vervreemding van de ‘normale’ wereld. Mattia drukt alles uit in wiskundige formules en getallen en richt zijn blik steevast naar de grond. Alice koestert nog altijd een lichte wroeging ten opzichte van haar vader en ontwikkelt in haar vroege jeugd een hardnekkige eetstoornis. Juist die gebreken in elkaar’s persoonlijke ontwikkeling, trekt elkaar aan. Ze lijken elkaar te begrijpen, zonder dat ze dat daadwerkelijk doen. Dat klinkt wat zweverig, maar als je de roman leest, klinkt het juist logisch. Hun eigen veilige wereld die ieder gecreëerd heeft om te overleven in de maatschappij, staat helaas een uiteindelijke versmelting van de twee zielen niet toe. De tragiek druipt daarmee van de pagina’s en elke keer blijf je als lezer hopen dat het toch weer goed komt. Dat ze, met de jaren, leren omgaan met hun eigen gebrek en elkaar vinden. Die spanning, ondanks dat er verder vrij weinig gebeurt in het verhaal, blijft je boeien tot de laatste pagina. Ik lieg niet: het boek van 318 pagina’s heb ik in één dag uitgelezen.
Het is een tragische liefdesroman, dat je ook een bijzonder kijkje in het hoofd van die mensen geeft, die zich altijd aan de rand van de maatschappij ophouden, niet in staat om zich uit te drukken zoals normaal wordt geacht. Dat geeft het verhaal dat beetje extra waardoor je het wíl lezen en waarom het nog altijd in de lijst met best verkochte boeken in Italië staat vermeld.