Little women

Niet onaardig

Eigenlijk klinkt dat juist heel onaardig, hè? Als ik een boek samenvat als ‘niet onaardig’. Maar zo bedoel ik het niet. Ik vind het echt niet onaardig. Het is geen slecht boek, geen vervelend boek, geen saai boek, geen vreselijk boek. Maar ik kan voor mezelf ook niet zeggen dat ik het een goed boek vond.

In Little women volgen we de vier zussen van het gezin March: Meg, Jo, Beth en Amy. Ze wonen samen met hun moeder in een klein huisje; hun vader vecht in de Amerikaanse burgeroorlog en dus moeten ze het met hun vijven rooien. Alle vier de zussen hebben ieder een eigen uitgesproken persoonlijkheid. Meg is de oudste en zorgzame, Jo de schrijfster vol fantasie en een beetje jongensachtig, Beth is de liefste en heel verlegen, Amy is de jongste en vooral met zichzelf, haar uiterlijk en haar tekenkunst bezig. Samen vormen ze een bont gezelschap dat, samen met buurjongen Laurie, van alles meemaakt.

Little women is echt een kinderboek, dat maakt het verhaal wat simpeler. Aan de andere kant is het geschreven in 1868, dus is het Engels niet altijd even makkelijk. De bijbel en het geloof spelen een enorm belangrijke rol in het boek, eentje waar je echt niet omheen kan. Persoonlijk heb ik daar niet zoveel mee, waardoor ik wat meer afstand tot het verhaal kreeg.

Op zich is het echt wel een aardig verhaal, maar voor mij geen topper. Te oud, te ongelovig, te modern? Wie weet. Maar ik kan wel weer een klassieker van mijn lijstje strepen.

The sewing machine

Hartverwarmend troostrijk

Een tijdje terug zat ik op Bol.com te struinen door de nog niet verschenen titels. Eentje die snel naar boven kwam, was De naaimachine van Natalie Fergie. De associatie met mijn moeder, die altijd zo van kleding maken hield, was al snel gemaakt. Nieuwsgierig las ik de beschrijving.

In The sewing machine gaat het om verschillende generaties die dezelfde Singer-naaimachine gebruiken. Het begint in 1911 met Jean die de naaimachine test in de fabriek. Dan verplaatst het perspectief zich een halve eeuw vooruit naar Connie en haar moeder. In 2016 is het Connie’s kleinzoon die de naaimachine gebruikt.

Omdat ik natuurlijk geen geduld had om te wachten tot het boek verscheen, kocht ik het in het Engels. Aangezien het verhaal zich in Schotland afspeelt, leek het me ook toepasselijk.

In het boek wisselt het perspectief per hoofdstuk naar een ander personage. Jean’s man wordt ontslagen bij Singer vanwege zijn aandeel in een grote staking in de Singerfabriek. Connie erft de naaimachine van haar moeder en kan er beter mee overweg dan die moderne elektrische dingen. Fred is werkloos, heeft het kleine flatje van zijn opa geërfd en leert de geheime van de oude naaimachine kennen.

Door deze wisseling van perspectief per hoofdstuk, weeft Fergie het verhaal prachtig in elkaar. Wanneer ik las over Jean en haar man aan het front in de Eerste Wereldoorlog, wilde ik tegelijk ook weten of Connie nu voor die lange, knappe Alfred zou vallen en wat gaat Fred doen nu hij zonder werk en vriendin ineens in dat kleine flatje in Edinburgh zit?

Het mooie vond ik de beschrijvingen van hoe de liefde standhoudt. Dat klinkt wat zoetsappig, maar ik vond het hartverwarmend en troostend. Begrijp me niet verkeerd, het is geen romantisch epos, een en-toen-kuste-hij-haar-en-kwam-alles-goed-verhaal. Het gaat over familiebanden, over geheimen en verdriet, over hoe je iets óver moet hebben voor de liefde.

Het boek was me veel te snel uit. Heerlijk leesvoer waar je warm van binnen door voelt.


P.S.: Het boek is inmiddels ook in het Nederlands uit. 🙂

My brother’s name is Jessica

Tenenkrommend pijnlijk en hartverwarmend tegelijk

Afgelopen week had ik een John Boyne-week. Eerst al Een ladder naar de hemel en nu dan ook My brother’s name is Jessica. De titel en de kaft spreken al redelijk voor zich, Boyne verdiept zich in zijn laatste Young Adult boek in de wereld van de transgender. En dan met name in wat dat doet met de persoon zelf en haar directe omgeving.

De jonge Sam is aan het woord. Hij is dertien jaar en heeft geen vrienden. Zijn beste vriend is zijn grote broer Jason, waar hij enorm tegenop kijkt. Het is dan ook een schok voor Sam als Jason op een avond aan hem en zijn ouders vertelt dat hij zich eigenlijk een meisje voelt.

Sam en Jason’s ouders werken in de politiek en staan in de spotlight. Hun moeder wil premier van Engeland worden en hun vader is haar persoonlijke assistent. Kortom; er is maar weinig tijd voor hun kinderen en al helemaal niet voor een puber die blijkbaar door een fase gaat en ineens meisje wil zijn. Wat een onzin.

Hier wordt het verhaal tenenkrommend pijnlijk. Voor Jason. Ook Sam wil er niet aan dat zijn broer eigenlijk zijn zus wil zijn. Er volgens een aantal pijnlijke woordenwisselingen en een genante gezinssessie bij de psycholoog. Als Jason bij zijn tante gaat wonen omdat hij daar wel kan zijn wie hij wil zijn (welkom Jessica), dan begint het te dagen bij Sam (en ook zijn ouders) wat zij Jason aan hebben gedaan.

Boyne beheerst de kunst om in het hoofd van zijn hoofdpersonages te kruipen en hun gevoelens eerlijk en geloofwaardig op te schrijven; of hij nu voor jongvolwassenen of volwassenen schrijft. Juist die tenenkrommende pijnlijkheid, die schijnbare ongevoeligheid van Jason’s ouders, de worstelingen van Sam om zijn zus te accepteren, die maken het verhaal zo levend.

Uiteindelijk is het einde niet bijzonder verrassend, misschien ook zelfs een beetje te cliché, maar ach, dat is niet erg. Het is juist fijn als sprookjes eindigen met een ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. Zeker in de ongetwijfeld ingewikkelde leefwereld van transseksualiteit.

De helaasheid der dingen

Verrassend goed

Ik weet het, ik weet het; je leest de titel van het boek en dan mijn kopje hierboven. “Hoezo ‘verrassend goed’?? Dit boek heeft zichzelf toch al lang bewezen??” Dat zal vast ook wel, maar ik was toch nog niet eerder overtuigd om het een kans te geven.

Enkele jaren geleden zag ik eens een stuk van de verfilming en ik kwam midden in een scene terecht waarin men samen zat in een vies huis en alleen maar over smerige dingen aan het roepen was. Het ging over vrouwen, over drinken, etc. Ik vond het maar niks, dacht bij mezelf ‘wat ordinair’ en liet het links liggen. De film heb ik ook verder gezapt.

Madame had het dus weer eens hoog in haar bol, hahaha! Maar goed, feit is, dat het me gewoon niet aansprak; een boek over alleen maar drinken en platvloerse humor. Maar deze zomer las ik het boekenweekgeschenk van Dimitri Verhulst (De zomer hou je ook niet tegen), en toen was ik toch wel prettig verrast. Dus toen ik De helaasheid der dingen in de tweedehandsboekenwinkel zag liggen, besloot ik het er op te wagen. “Ik kan het altijd proberen,” was mijn gedachte.

In De helaasheid der dingen vertelt een schrijver over het dorp waar hij is opgegroeid, waar hij met zijn vader inwoont bij zijn oma. Zijn moeder is verdwenen, hij moet het met zijn vader en ooms doen die de dagen doorbrengen in de kroeg en zich bezighouden met kampioenschappen bierdrinken. Het resulteert in een komisch verhaal met een zekere trieste ondertoon.

Die trieste ondertoon verkoopt het voor mij, dat is wat ik miste in die drie minuten film die ik voorbij zag komen (niet echt representatief, drie minuten filmkijken, ik weet het). Er zit veel meer in dit verhaal dan alleen bierdrinken en platte taal. En uiteindelijk is het een komisch maar ook gevoelig verhaal vol weemoed, humor en verdriet. En helemaal niet ‘ordinair’.

 

Het boek van de Baltimores

Veel belovend begin, helaas lichte anticlimax aan het einde

Het boek van de BaltimoresNa het grote succes van Joël Dicker’s debuutroman De waarheid over de zaak Harry Quebert is Marcus Goldman terug! Dicker kiest er voor om de eigenwijze, ietwat megalomane en egocentrische Goldman opnieuw als hoofdpersoon te laten stralen in zijn langverwachte tweede roman: Het boek van de Baltimores.

In dit verhaal neemt Marcus Goldman je mee terug naar zijn jeugd, naar de spannende avonturen die hij tijdens vakanties met zijn twee neven beleefde. Samen noemden ze zich ‘de Goldman gang’ en hun vriendschapsband was onbreekbaar. Althans, tot het leven zich ermee bemoeide.

Wat had ik een zin om dit boek te gaan lezen! Lekker dik, hoofdstukken die dan weer in de tijd vooruit sprongen, dan weer als een flashback toelichting verschaften op dat wat gebeurd was. Kortom, een boek om het koppie bij te houden. Vanaf de eerste pagina zat ik ook helemaal ín het verhaal.

Ik las over de tegenstelling in de familie Goldman; hoe de Goldmans in Baltimore (ook wel de Baltimores genoemd) zwommen in het geld, en de tak in Montclair die steevast de eindjes aan elkaar moest knopen. Gaandeweg het boek duiken er links en rechts steeds meer mysteries op. Geheimen waar Marcus zelf ook meer van wil weten, maar het lijkt wel of iedereen wat voor hem te verzwijgen heeft. En wat verzwijgt hij toch zelf voor de lezer, wat is er gebeurd met ‘de Goldman gang’ en nog belangrijker: wat ging er mis?

Na driekwart boek verzandt het verhaal enigszins in al deze vragen en onduidelijkheden. Dicker wil duidelijk de spanning tot het einde van het boek vasthouden, maar het wordt wat vervelend om elke keer vlak voor een onthulling weer in de tijd terug te springen of afgewimpeld te worden. Ik had af en toe de neiging om te roepen naar de pagina voor me: “voor de draad ermee! Kom op!”. Heeft uiteraard geen enkele zin, maar het geeft een beetje weer wat al dat wachten met me deed.

Door dit blijven uitwringen van het verhaal, is voor mij de algehele leeservaring een lichte anticlimax te noemen. Begrijp me niet verkeerd, de wereld die Joël Dicker zo ogenschijnlijk makkelijk schept en de meeslepende personages, gaan bij mij als zoete broodjes naar binnen. In dat opzicht heb ik ook echt genoten van het boek. Al was het waarschijnlijk beter geweest als het honderd pagina’s eerder geëindigd was.

Eerder gepubliceerd op Bksy.nl

According to yes

In de ban van kleurrijke, meeslepende Rosie

According to yesTijdens het wandelen luister ik graag naar de radio of… een luisterboek. Deze keer is dat het nieuwste boek van Dawn French geworden: According to yes. Uiteraard in het engels en ook nog eens, bonus!, voorgelezen door Mrs French herself. Hartstikke leuk.

Een aantal jaren geleden las ik haar debuutroman; A tiny bit marvellous en ik was meteen verkocht. Zoals ik haar al kon waarderen toen ze nog ‘alleen’ comédienne was, zo dol was ik meteen op haar humorvolle schrijfstijl.
Haar tweede boek, Oh dear Sylvia, vond ik dan weer minder. Het miste de meeslepende karakters van het eerste boek en bleef een beetje op ‘mwah’ hangen. Niet onaardig, maar niet een die lang bleef hangen. According to yes is echter weer een topper, hoor!

Rosie vertrekt vanuit Engeland naar New York en wordt daar nanny in een uptight high class familie die streng geleid wordt door oma. Oma zelf is niet echt onder de indruk van de druk doende, iets te voluptueuze en kleurrijke Rosie, maar de mannen daarentegen… Zowel de tweeling waar ze op moet passen als hun grotere broer, hun vader én hun opa raken in de ban van Rosie’s levendige persoonlijkheid. Misschien iets te veel in de ban naar oma’s zin…

Goed, het is geen hoogstaande literatuur. Het leest (in mijn geval luistert) makkelijk weg en ontwikkelt zich als een grappige komedie. In de luisterboekversie worden de verschillende personages en verhaallijnen door drie verschillende mensen voorgelezen. Dit houdt het wel zo overzichtelijk. Ondanks dat er zich geen diepe onderliggende literatuurverantwoorde lagen in het verhaal ontwikkelen, wist het boek me toch te verrassen en te blijven boeien. En eigenlijk raakte ik zelf ook in de ban van die heerlijke, grappige, klunzige, eerlijke Rosie. Ik heb heerlijk kunnen grijnzen, giechelen, zuchten en snikken om dit, wederom, geslaagde boek van Dawn French.

Die laatste zomer

Zeikboek

Die laatste zomer“Wat een zeikboek!” was mijn eerste gedachte na het uitlezen van Die laatste zomer van Tatiana de Rosnay. Voelde me vooral misleid door de achterflap. Die deed namelijk voorkomen dat er in dit boek ook het een en ander uitgepuzzeld zou moeten worden, vreselijke ontdekking, blabla, etc. Net als in Haar naam was Sarah, de bekendste titel van De Rosnay. Nu was ik ook geen groot fan van dat boek, maar dat was in ieder geval nog boeiend. In tegenstelling tot dit boek.

De achterflap, enigszins ingekort: “Antoine Rey heeft het perfecte cadeau voor de verjaardag van zijn zus: een lang weekend naar het eiland Noirmoutier waar hij en Mélanie in hun jeugd de vakanties doorbrachten. Het eiland brengt vergeten herinneringen aan hun vroeg gestorven moeder naar boven en Mélanie komt tot een schokkende ontdekking.” En dan bladieblabla “familiegeheim”, blabla “maakt Antoine onzeker” en dan nog wat gezever.

Op dat laatste had ik moeten afgaan: gezever. Even een spoileralert: als je oprecht geïnteresseerd bent in het lezen van dit boek, dan nu wegkijken. Wil niets voor je verklappen. Gezever dus: het familiegeheim is lang niet zo schokkend, meneer wordt verliefd maar toch weer niet, verlangt naar zijn ex-vrouw en toch weer niet, worstelt met zichzelf en toch weer niet en uiteraard, zoals het de traditionele De Rosnay betaamt, loopt alles goed af.

Blegh. Gezever en gezeik, dat was het niet. Me verleiden met een familiegeheim en dan alleen maar over gevóelens schrijven. Bahbah. Het lijkt me beter als ik voortaan Tatiana’s boeken aan me voorbij laat gaan. Ik ben definitief geen fan.

 

Honolulu king

Boeiend tot het laatste hoofdstuk

Honolulu kingIk volg veel uitgeverijen op Facebook en Twitter. Vaak scroll ik die berichtjes genadeloos voorbij, tenzij een titel, een foto of een zin me aanspreekt. Dan besteed ik er wat meer aandacht aan. Helaas is onder andere daardoor mijn boekenwensenlijstje al zo lang dat ik er de komende twee jaar mee vooruit zou kunnen. Inspiratie genoeg!

Naast hun nieuwe boeken promoten, schrijven deze uitgeverijen ook regelmatig winacties uit. En niets is zo makkelijk als het meedoen aan dergelijke acties. Even aanklikken, je gegevens invullen en hoppa! Je dingt mee naar een gratis boek. Zo heb ik ook Honolulu king gewonnen. Alhoewel er wel een tegenprestatie van me gevraagd is: het boek gratis krijgen, lezen en voor een bepaalde tijd op verschillende boekenverkoopsites je recensie zetten. Geen probleem!

Honolulu king gaat over Hardy Hardy (zijn vader was een grapjas). Innemend en gemoedelijk, zo staat deze tachtigjarige man – eigenaar van een Indische toko – bekend. Hij bakt samen met zijn kleindochter spekkoek en pasteitjes, luistert naar de levensverhalen van zijn Indische klanten en draait met zijn oude vrienden hawaïmuziek. Ooit vormde Hardy met hen de legendarische Honolulu Kings, en hij verlangt ernaar nog één keer met zijn bad te schitteren.
Maar met de komst van een sushirestaurant tegenover zijn toko worden oude wonden opengereten, In de loge van de vrijmetselarij besluit Hardy zijn verzwegen verleden te openbaren. De schokkende biecht stelt zijn broeders voor een groot dilemma. Mogen de vrijmetselaars met hun geheimhoudingsplicht een misdaad verzwijgen?

Ik was blij verrast tijdens het lezen van dit boek. Het is een origineel verhaal met sympathieke personages. De vriendelijke opa Hardy sleept je behoedzaam het verhaal in en betovert je met zijn vriendelijke karakter. Zijn vrienden zijn uiterst vermakelijk en zelfs zijn depressief overkomende kleindochter komt verrassend scherp uit de hoek. De trieste geschiedenis van de Indische bevolking (Nederlandse Indonesiërs) in Indonesië na de Tweede Wereldoorlog, geven deze roman een volwassen diepgang mee. Ik overdrijf niet als ik zeg dat dit boek tot en met het laatste hoofdstuk blijft boeien. Wat mij betreft echt een boek met een lach én een traan dat tot en met het laatste hoofdstuk blijft boeien.

Us

Nicholls revanche: heerlijke tragikomedie over a man with a mission

UsEerder dit jaar las ik De eerste dag van David Nicholls en om een understatement te gebruiken: ik was geen fan. Vond het allemaal maar flauw en langdradig en de personages vond ik vervelend. Wat een verschil met Us (in het Nederlands bekend als Wij) dat ik nu uit heb. Heerlijk! Ik begin te denken dat een groot verschil al ligt in het feit dat ik dit boek in de originele taal (Engels) heb gelezen. In de vertaling naar het Nederlands komt die typische Britse cynische humor toch niet altijd goed over. Wie weet als ik One day had gelezen, in plaats van De eerste dag, was ik al eerder overtuigd geweest van het schrijftalent van Nicholls.

Us dus. In het kort: Douglas en Connie, hij een wetenschapper, zij een kunstenares, zijn al meer dan twintig jaar getrouwd. Man en vrouw tot ineens hun huwelijk voorbij lijkt te zijn. Maar Douglas wil de liefde van zijn vrouw terugwinnen, net als de respect van zijn tienerzoon Albie. Dit doet hij door de vakantie ‘of a lifetime’ te plannen. Hij heeft alle hotels geboekt, de route uiteengezet, de treintickets gekocht, alles is klaar voor de ‘grand tour’ langs de bekende kunstgaleries van Europa. Wat zou er in hemelsnaam nog fout kunnen gaan?

Er gaat dus van alles fout. Heerlijk! Douglas is een onbeholpen man die denk dat je met rede en logica je overal wel uit kunt redden. Niet bij zijn kunstzinnige vrouw en zoon. Met doorzettingskracht, creativiteit en Britse humor zet hij door en het levert prachtige dramatische wendingen, humoristische flaters en spannende ontwikkelingen op.

Met Us heeft David Nicholls genadeloos revanche genomen en mij op mijn plek gezet. Wat heb je nu geleerd, mevrouw Stemband? Lees Engelse boeken alsjeblieft gewoon in het Engels. Pas dan kan je waarderen hoe goed het geschreven is.

Ik kom terug

Vermakelijk eerlijk verslag van moeizame moeder-zoonrelatie

Ik kom terugWaarom heet het boek eigenlijk ‘ik kom terug’, bedenk ik me net? Dat kan ik me eigenlijk niet bedenken. Hmmm… vreemd dat ik me dat tijdens het lezen niet afgevraagd heb. Misschien was de titel toen wel voor me duidelijk en kan ik het me nu, enkele maanden later, niet meer herinneren. Nou ja, ik kan me wel duidelijk herinneren dat ik dit boek van Adriaan van Dis erg leuk vond om te lezen. Ergens had het ook wel wat verdrietigs, maar de humor van Van Dis (én die van zijn moeder) maakten het uiteindelijk tot een vrolijke lees.

In Ik kom terug schrijft Adriaan van Dis over zijn moeder. Hij heeft altijd een moeilijke relatie met haar gehad. Als kind zijnde wilde hij van alles van haar weten en vertelde ze niets. Nu ze oud is en haar einde nadert, wil ze ineens praten maar is haar zoon er onderhand wel klaar mee. Uiteindelijk gaat hij overstag en schrijft al zijn gesprekken met zijn moerder, hoe moeizaam, bizar en kort ook, op in vele notitieblokjes. Na haar dood vertelt hij haar verhaal.

Het is een heel eerlijk verhaal. Van Dis geeft eerlijk toe hoe hij zijn moeder soms zo ontzettend zat is, dat ze maar niet wil sterven, dat hij toch naar het buitenland vertrekt als duidelijk is als ze echt aan haar laatste levensdagen bezig is. Ondanks dat deze opsomming niet heel gelukkig overkomt, maakt het van hem geen onsympathieke man. Want uit al die verhalen, notities en gespreksverslagen blijkt hoe moeilijk zijn moeder soms was en nog steeds kon zijn. Hoe hun een vreemde haat-liefderelatie hadden waar het soms verdomde moeilijk was om de liefde terug te vinden. En toch… toch blijkt, tussen alle sneren en cynisme door, dat Adriaan van Dis veel om zijn moedertje geeft. Dit boek is daar lijkt mij een bewijs van.