Karen Rose – Sterf voor mij: flauwe kopie
Op een besneeuwd veld in Philadelphia doet rechercheur Vito Ciccotelli een uiterst macabere ontdekking wanneer hij het graf ontdekt van een jonge vrouw, wier handen zo zijn gepositioneerd dat het lijkt of ze bidt. Ciccotelli roept de hulp in van archeologe Sophie Johannsen om vast te stellen wat er verder onder de bevroren grond ligt. Ondanks haar jarenlange ervaring kan niets haar voorbereiden op wat ze vinden: een met exacte precisie vormgegeven matrix van graven. De lichamen zijn alle op een speciale manier gearrangeerd en de slachtoffers blijken op gruwelijk wijze gemarteld. Er zijn echter ook nog lege graven – de moordenaar is nog niet klaar. Hij is wreed en berekenend en is heer en meester van een ziek spel. Zelfs met de politie op zijn hielen speelt hij door. Hij heeft nog één schreeuw nodig. Er is nog één graf leeg.
De thrillers van Karen Rose worden uitgegeven in twaalf landen en zijn bij verschijning instant-bestsellers in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland. ‘Sterf voor mij’ is het eerste boek van Rose dat in Nederland verkrijgbaar is. Haar werk wordt vergeleken met dat van die andere zo populaire thrillerschrijfster: Karin Slaughter.
Enkele pagina’s diep het boek in, is de vergelijking met Karin Slaughter meteen duidelijk. Ook in dit boek gaat het om een gespannen verhouding tussen een mannelijke playboy van een rechercheur en een vrouwelijke deskundige die meehelpt de moorden op te lossen. Met hun eigen troebele (liefdes-)verleden stoten ze elkaar af en trekken ze elkaar enorm aan. Ondertussen moeten ze ook nog even een seriemoordenaar pakken, die natuurlijk één van de twee als volgende slachtoffer kiest, waardoor de spanning immens oploopt. Zijn ze nog op tijd?
Ik ben eerder bekend geraakt met Slaughter als met Rose, vandaar dat ik deze verhaalsopbouw en de personages als een soort van landjepik ervaar van Rose. Slaughter bereikte al eerder succes met deze formule (in haar boeken draait het om inspecteur Jeffrey Tolliver en kinderarts Sara Linton). Daardoor krijgt het boek bij het begin al een minpuntje. Daarnaast zijn de hoofdpersonages, rechercheur Vito en archeologe Sophie, te flauw voor woorden. Hun levenservaring die hun opzadelt met een overdadig gevoel van weemoed en argwaan is bijna lachwekkend. Het is wel heel toevallig dat twee mensen die ieder zoveel ellende hebben meegemaakt, elkaar tegenkomen. Daar word je als lezer een beetje moe van. Ook de hele verhaallijn (man moordt omdat dit hem als kindzijnde al intrigeert en verwerkt dit in een computerspel dat enorm goed verkocht wordt en niemand heeft ooit gemerkt dat die vermiste mensen in dat computerspel voorkomen) lijkt wat vergezocht. Net als de manier waarop de moordenaar al die tijd uit handen van de politie is gebleven, is niet geloofwaardig.
Eindconclusie van Sterf voor mij is dat het best een spannend boek is, het is een bewezen winnende formule. Maar met het klakkeloos kopiëren van deze formule, de flauwe personages en de vergezochte verhaallijn verdient dit verhaal net geen voldoende.