The sewing machine

Hartverwarmend troostrijk

Een tijdje terug zat ik op Bol.com te struinen door de nog niet verschenen titels. Eentje die snel naar boven kwam, was De naaimachine van Natalie Fergie. De associatie met mijn moeder, die altijd zo van kleding maken hield, was al snel gemaakt. Nieuwsgierig las ik de beschrijving.

In The sewing machine gaat het om verschillende generaties die dezelfde Singer-naaimachine gebruiken. Het begint in 1911 met Jean die de naaimachine test in de fabriek. Dan verplaatst het perspectief zich een halve eeuw vooruit naar Connie en haar moeder. In 2016 is het Connie’s kleinzoon die de naaimachine gebruikt.

Omdat ik natuurlijk geen geduld had om te wachten tot het boek verscheen, kocht ik het in het Engels. Aangezien het verhaal zich in Schotland afspeelt, leek het me ook toepasselijk.

In het boek wisselt het perspectief per hoofdstuk naar een ander personage. Jean’s man wordt ontslagen bij Singer vanwege zijn aandeel in een grote staking in de Singerfabriek. Connie erft de naaimachine van haar moeder en kan er beter mee overweg dan die moderne elektrische dingen. Fred is werkloos, heeft het kleine flatje van zijn opa geërfd en leert de geheime van de oude naaimachine kennen.

Door deze wisseling van perspectief per hoofdstuk, weeft Fergie het verhaal prachtig in elkaar. Wanneer ik las over Jean en haar man aan het front in de Eerste Wereldoorlog, wilde ik tegelijk ook weten of Connie nu voor die lange, knappe Alfred zou vallen en wat gaat Fred doen nu hij zonder werk en vriendin ineens in dat kleine flatje in Edinburgh zit?

Het mooie vond ik de beschrijvingen van hoe de liefde standhoudt. Dat klinkt wat zoetsappig, maar ik vond het hartverwarmend en troostend. Begrijp me niet verkeerd, het is geen romantisch epos, een en-toen-kuste-hij-haar-en-kwam-alles-goed-verhaal. Het gaat over familiebanden, over geheimen en verdriet, over hoe je iets óver moet hebben voor de liefde.

Het boek was me veel te snel uit. Heerlijk leesvoer waar je warm van binnen door voelt.


P.S.: Het boek is inmiddels ook in het Nederlands uit. 🙂

Cliffrock Castle

Terug in de tijd

Wat fijn om nog verrast te worden met boeken! Ik heb altijd wel boeken op mijn kerstlijstje staan, maar het is des te leuker om een boek te krijgen dat je nog niet kent en dat ook nog eens hartstikke leuk is om te lezen! Zo ging dat met Cliffrock Castle van Josephine Rombouts.

Ik had dit boek toevallig al wel eens in mijn handen gehad, toen ik op zoek was naar een cadeautje voor iemand anders. En ik weet dat ik toen al dacht ‘hmmm interessant?’, maar ja… met meer dan vijftig titels op mijn wensenlijst en het elke dag nog tien andere kunnen bedenken die daar ook best op mogen staan, is het soms een beetje too much. Ik besloot het boek niet als cadeautje te kopen en zette het weer terug om er vervolgens niet meer aan te denken. Tot ik het dus opnieuw in mijn handen had: als cadeau voor mijzelf!

Monarch of the glen

Het gaat over de Nederlandse Josephine die in de Schotse hooglanden hoofd huishouding wordt op een kasteel. Ze belandt in een sprookjesachtige wereld: Downton Abbey, maar dan écht! In eerste instantie betoverend en romantisch, maar alle strenge regeltjes, de ouderwetse opvattingen en het harde werken maken het regelmatig erg moeilijk voor Josephine (en haar gezin). Overigens deed het mij meer denken aan de tv-serie Monarch of the glen, maar die is in Nederland aanzienlijk minder bekend dan Downton Abbey.

Het is verbijsterend om te lezen dat het klasseverschil nog altijd zo’n grote rol speelt. In ieder geval wel bij de Britse aristocratie. Tijdens het lezen smulde ik van de verbazingwekkende afstand die de kasteelheer en -vrouwe bewaren tot het voetvolk, de lompe Nederlandse Josephine die de verfijnde kunst van het conserveren zonder iets grofs te zeggen nog niet altijd beheerst, de stiff upper lip-mentaliteit en wat de mensen in het dorp er allemaal wel niet van vinden. Heerlijk!

Doordromen

Kortom: genoten van dit boek! Als vanzelf droomde ik na het uitlezen nog even door over hoe fantastisch het zou zijn om dat werk te mogen doen. Verdwalen op smalle wenteltrappetjes in donkere kasteeltorens, rommelen in interieurs die niet zouden misstaan in menig museum, bekakt Engels praten en, natuurlijk, elke dag die prachtige natuur van Schotland om je heen.

 

Dead men’s trousers

Zoveelste vervolg op Trainspotting

Tja… Eigenlijk was ik er na Skagboys al klaar mee. Ik vond Blade Artist dan nog wel een leuke twist hebben (die kwam dus al na Skagboys), maar nu is er dus nóg een vervolg gekomen op het beroemde (en geweldige) Trainspotting van Irvine Welsh.

Dit boek zou dan echt het laatste deel zijn, ook volgens de schrijver zelf. En uiteraard komen alle oude bekenden weer langs: Spud, Sick Boy, Renton en Begbie. Bij Skagboys miste ik een beetje de binding, maar in dit laatste deel (Dead Men’s Trousers) voel ik weer wat meer van die oude connectie met de vier aan elkaar veroordeelden. Vrienden zijn het namelijk al lang niet meer, daar is te veel voor gebeurd. Maar nog altijd hangen ze aan elkaar als ze allen weer terugkomen in hun home town Edinburgh.

Ik ben dol op de vertelstijl van Welsh en op het platte Schots. Ik lees ook heel graag over Begbie, die compleet gestoord is natuurlijk, maar nu toch al twee boeken lang zijn best doet om braaf te zijn (ik zeg ‘zijn best doet’, ik zeg niet of hij daarin slaagt of niet). En Spud is ook een schatje, die alles onbedoeld weer in het honderd laat lopen. Renton is ‘meh’ en Sick Boy is gewoon vervelend. Maar het werkt wel weer: die vier samen. Vier verschillende oogpunten, vier verschillende verhalen en altijd gaat het weer gruwelijk mis.

Begrijp me niet verkeerd; ik kijk al uit naar het volgende Welsh boek en wat mij betreft mag Begbie ook heus nog een keer terugkomen (al is het alleen al in een bijrol). Maar laat dit nu verder rusten. Trainspotting is klaar. Drie boeken geleden al.

Dagboek van een boekverkoper

 

Grappig en onbedoeld inspirerend

Eigenlijk wil Shaun Bythell met dit boek vooral laten zien dat het níet leuk is om een tweedehandsboekenwinkel te runnen. Maar ik denk dat hij het tegenovergestelde juist heeft bereikt. Ik moest in ieder geval erg lachen tijdens het lezen van dit boek en heb er van de eerste tot en met de laatste pagina van genoten. Genoten van de verhalen van de rare klanten, zijn gekke medewerkers, het afzien en de successen.

In Dagboek van een boekverkoper begint Bythell op een willekeurige dag met noteren wat hij die dag beleeft heeft. Dit doet hij een jaar lang. Zijn winkel, The Bookshop, staat in Wigtown, een ‘book town’ in zuidwest Schotland. Elk jaar organiseert het dorp een literair festival met vele bezoekers en schrijvers. Dit boek biedt een onromantisch inkijkje in de wereld van een tweedehandsboekenhandelaar.

’t Is denk ik geen geheim dat ik zelf fan ben van boeken. Dus een eigen boekenwinkeltje zou ik prachtig vinden. Onlangs plaatste Gianotten Mutsaers, dé boekenwinkel hier in Tilburg, een oproep op Facebook: ze zochten een boekenverkoper. Iemand om het team te versterken. Wauw. Dat is het dan? Is dit mijn kans?!

Natuurlijk veel te enthousiast gereageerd (ik had net Dagboek van een boekverkoper uit) en helemaal hyper. Dromen is mooi, prachtig, dat is ook wat ik zo betoverend vind aan boeken. Maar ik moet de realiteit niet uit het oog verliezen. Met dit lijf is het fysiek gewoon niet te doen; een hele dag staan in een winkel; boeken pakken en verplaatsen, etc. Shit. Shitshitshitshitshit. Daar viel ik van mijn roze wolk.

Ik heb even flink gebaald. Maar het is zoals het is. Je kunt niet alles hebben in het leven. Bovendien; ik heb niet eens meer iets van de winkel gehoord, dus het is niet dat het überhaupt een optie was. Jammer, maar helaas. Met een glimlach zet ik nu Bythells boek weer in de kast, dankbaar voor dit inkijkje in zijn wereld. Heb ik toch even kunnen voelen hoe het zou kunnen zijn. En dat is toch ook mooi? Benieuwd naar welk inkijkje ik in een volgend boek krijg en in welke wereld ik dan weer even mag leven. Want, zoals de winkel Gianotten dat zelf ook op zijn tassen drukt: boeken is reizen vanuit je luie stoel. En dan maakt een krakkemikkelig lijf helemaal niets meer uit.

 

Marabou stork nightmares

 

Een beetje vreemd, maar wel lekker

Dit boek is een erg vreemd verhaal over Roy Strang die op zoek is naar een marabou in Zuid-Afrika. Het verhaal wordt regelmatig verbroken door rare episodes waarbij Roy aangevallen lijkt te worden, verstoord wordt in het vertellen van zijn verhaal over de vreemde vogel die hij zoekt. Naarmate je in eerste instantie met moeite vordert met het verhaal ontdek je echter dat Roy zijn verhaal vertelt diep in zijn onderbewustzijn. In realiteit ligt hij in coma in het ziekenhuis en de ‘verstoringen’ of ‘aanvallen’ zijn medische checks, zusters die hem wassen of omdraaien en bezoek van zijn vreemde familie.

Het is echt een heel gek verhaal. In het begin vond ik het maar niks, snapte niet goed waar het heen ging en ik raakte enigszins teleurgesteld in Irvine Welsh, toch één van mijn favo auteurs. Maar hoe meer ik las, hoe meer Roy tot leven kwam (bijna letterlijk zelfs). Het platte Schots kwam ook terug in het taalgebruik (lees Welsh áltijd in de originele taal, ik kan me niet indenken dat dit goed vertaald kan worden naar Nederlands; de gedachte daaraan laat mijn tenen krullen van plaatsvervangende schaamte). En hé, uiteraard ook wat bekende bijfiguren die ik inmiddels zo goed ken uit de boeken in de Trainspottingreeks.

Waar het in het begin een redelijk saai en eendimensionaal boek leek, ontvouwde de diepere lagen zich en aan het einde van het boek werd het ook nog eens een pageturner dankzij een plotwending die ik niet direct zag aankomen. Top!

Soms moet je bij het lezen van boek ‘gewoon even doorbijten’, als het niet lekker leest. Dat kan uitmonden in een totally waste of time en diepe teleurstelling, maar er kan ook ineens een juweeltje op papier ontstaan en dan rest na het uitlezen er van een diepe diepe tevredenheid. Loved it!

 

 

De een zijn dood

Krachtige personages in relatief weinig pagina’s

In De een zijn dood wisselt het verhaal een aantal keren van perspectief. Het begint bij een ex-rechercheur die tegenwoordig erfgenamen opspoort bij het overlijden van een persoon zonder vrienden en nabestaanden. Bij het overlijden van een kluizenaar weet hij in oude correspondentie twee jonge vrouwen terug te vinden die beide een grote rol in het leven van de overleden man hebben gespeeld. Als blijkt dat één van de vrouwen momenteel met een zware psychose kampt, besluit de ex-rechercheur samen met de andere vrouw het kapitaal te verduisteren. Dit met de gedachte dat niemand daar achter zal komen.

Na het perspectief van Wim de ex-rechercheur, verschuift het naar Sofie (de dame die samen met Wim het geld opstrijkt) en Francien (de vrouw met de psychose). Het is een mooi geschreven puzzel waarvan de stukjes langzaam in elkaar vallen en uiteindelijk tot een triest eindresultaat komen.

Wederom geen vrolijk boek dus van Bernlef, maar ik blijf het bijzonder vinden hoe de man in het hoofd van zijn personages kan kruipen en ze zo krachtig kan neerzetten in relatief weinig pagina’s. Daarnaast speelt het een groot deel af op het Schotse eiland Skye, waar ik onlangs nog op vakantie ben geweest. Dat geeft voor mij ook altijd een extra dimensie aan het verhaal; als het op een favoriete plek van mezelf afspeelt. Geheel suggestief natuurlijk, maar zo werkt dat nu eenmaal voor míj.

De korte hoofdstukken en vlotte schrijfstijl maken ook dit boekje tot een ééndagsboek: zo uit. Het verhaal heeft verder ook niet zo veel om handen, maar de sfeer beklijft en ook na het uitlezen gaan mijn gedachten uit naar de twee jonge vrouwen in het boek.

IJstweeling

Duurt lang!

IJstweeling“Dat is leuk!” dacht ik bij mezelf: een boek lezen dat zich in Schotland afspeelt terwijl ik zelf op vakantie in Schotland ben! Dus hup, daar ging IJstweeling mee de koffer in. En ja, inderdaad grappig om te lezen over Skye. Ik kon me meteen goed een voorstelling maken van het eilandje waar een stel met hun dochter gaan wonen, in een oud vuurwachtershuisje. Ik kon me ook goed het naargeestige weer (ondanks dat wij heel goed weer hadden op vakantie) voorstellen en wat dat doet met de natuur en de omgeving en hoe creepy het dan kan worden. Dus ja, wat dat betreft: leuk!

Verder vond ik IJstweeling van S.K. Tremayne niet heel geweldig. Het gaat over een stel dat net hun dochter heeft verloren. Zij was de helft van een tweeling. Om dit verdriet te ontlopen, verhuizen ze naar een klein eilandje in Schotland, voor de kust van Skye, in de hoop hier weer gelukkig samen te worden. Ze kijken er alle drie naar uit, maar eenmaal op het eiland gaat hun dochter zich vreemd gedragen. Ze zegt haar dode zusje te zien en als ze haar identiteit zelfs overneemt, slaat de paniek toe.

Klinkt spannend toch? Het is ook wel een origineel gegeven en wat dat betreft goed bedacht. Het verhaal heeft echter best veel voorspelbare details (het wordt ineens koud in huis als het dode meisje verschijnt, uiteraard is er een storm die het eiland van de rest van de wereld isoleert, vader en moeder krijgen ruzie en werken elkaar tegen in plaats van dat ze elkaar helpen, etc.). Maar toegegeven, het heeft ook een verrassende plotwending (vertel ik natuurlijk niet). Het duurt alleen allemaal zo la-ha-haaaang!!! Pfff… Het is al niet zo’n heel dik boek, maar het had wat mij betreft nóg een stuk dunner kunnen zijn. Ik ben wel benieuwd naar de film (is nog niks over bekend, dus dat duurt nog even). Ik denk dat die wél erg spooky kan worden!

Skagboys

Irvine Welsh – Skagboys: een geschiedenis van oude vrienden

SkagboysSkagboys is zowel een prequel als een alternatieve  versie van het wereldberoemde Trainspotting van Irvine Welsh.

Mark Renton heeft het allemaal: hij is de eerste in zijn familie die gaat studeren aan de universiteit, hij is jong, hij heeft een knappe vriendin en een grote vriendengroep. Maar de regering van Margaret Thatcher heeft een vernietigend effect op de arbeidsklasse door heel Groot-Brittannië heen  en de sociale zekerheden als voldoende werk, opleidingsmogelijkheden en de zorgstaat zijn als gevolg daarvan in rook opgegaan.

Als zijn jongere gehandicapte broertje overlijdt, verzwakt dit de familieband en Mark raakt de controle over zijn leven kwijt. Hij gaat onderdoor aan de heersende algehele verslagenheid en raakt verslaafd aan heroïne, beide in grote getale aanwezig in het Edinburgh van de jaren tachtig. Zijn vrienden komen voor dezelfde uitdagingen te staan. Spud Murphy raakt zijn baan kwijt. Tommy Lawrence voelt alsof alleen de liefde hem nog kan behouden van een leven vol criminaliteit en geweld (met dief  Matty Connell en psychopathische Frank Begbie als voorbeelden). En dan is er nog Sick Boy, de oppermanipulator van de andere sekse, die al bluffend en liegend zijn leven leeft.

Skagboys is het begin van de weg die de jonge vrienden kiezen waardoor hun leven in het teken komt te staan van één drug: heroïne. Dit zijn de jaren tachtig, maar dan niet de ‘mooie’ versie van upbeat muziek, schoudervullingen en MTV. Het is de tijd van armoede, drugs, geweld, AIDS, politieke strijd en haat. Een decennium waarin Groot Brittannië voorgoed verandert. Deze voorloper op het bekende boek Trainspotting is een boek vol schunnige humor, pittig dialect en vreselijk gedrag waar schrijver Irvine Welsh zo beroemd mee is geworden.

Eenderde van dit boek is in netjes Engels geschreven. De rest van het boek is geschreven in het platte dialect dat de jongens spreken in Edinburgh. Dat maakt het als Nederlandstalige lezer soms wat lastig. De tip is om het hardop voor te lezen. De klanken in je mond verraden dan wat er staat. En na een pagina of tien is het al snel eigen en lees je het net zo vlot als in het Engels. Maar dan wel met een vet Schots accent!

Ik ben een groot fan van Irvine Welsh. In Trainspotting maakte ik voor het eerst kennis met de personages van dit boek. Welsh heeft een geweldige droge humor, heeft het uitzonderlijke talent om ontzettend smerige situaties te schetsen en zijn personages zijn levensecht en springen bijna van het papier om in levende lijve met je mee te lezen. In het vervolg op Trainspotting, genaamd Porno, was het alsof ik oude vrienden die ik al heel lang niet heb gezien weer tegen kwam. Opnieuw genieten dus. Vandaar dat de verwachtingen van Skagboys zeer hoog was. Helaas moet ik bekennen dat het boek niet helemaal aan de verwachtingen heeft voldaan, maar het was toch weer heerlijk om te kunnen lezen over Rents, Spud, Sick Boy en Begbie.

Skagboys is een dik boek met lange hoofdstukken. Bijna elk hoofdstuk wisselt van vertelperspectief. Dat is een soort spel tussen schrijver en lezer en dat vind ik leuk om te spelen. Het is ook een typerende vertelstijl van Welsh, hij beheerst de kunst om je na twee zinnen al te laten weten wie van zijn hoofdpersonages dit bedenkt of zegt. Ik mis in Skagboys een beetje de dynamiek in het verhaal, maar ook tussen de vrienden. Het is net niet zo goed als de andere twee boeken, de spanning ontbreekt. Misschien komt dat omdat je al weet waar het verhaal eindigt (daar waar Trainspotting begint), maar ik denk zelf dat het boek simpelweg te dik is. Het duurt allemaal net iets te lang en dat haalt jammer genoeg de spanning uit het verhaal.

Het is lastig om mijn mening over dit boek onder woorden te brengen. Aan de ene kant vond ik het geweldig om weer in het Schots te lezen en te ontdekken hoe ‘de lads’ aan de heroïne verslaafd zijn geraakt. Het geeft je een realistisch en best wel triest tijdsbeeld van Schotland in de jaren tachtig. Aan de andere kant ervaarde ik het uitlezen van het boek als een ware bevalling; het blééf maar duren. Jammer. Ik houd het daarom op goed en leuk, maar te dik naar mijn smaak.

Reeds gepubliceerd op www.theSword.nl