Op slot

Mooi naargeestig en melancholisch

Ook deze keer verliet ik weer met een volle rugzak het tweedehandsboekenwinkeltje. Potverdrie. Ik ging echt alleen maar boeken wégbrengen! Maar zo gaat het nu eenmaal altijd. En zeg nu zelf; een ongelezen Bernlef met harde kaft voor maar die euro kan ik toch niet laten liggen?

In ‘Op slot’ kijkt de gepensioneerde fotograaf Dick terug op zijn vriendschap met kunstschilder IJsbrand. Samen met de dochter van de kunstenaar reconstrueert hij het leven dat IJsbrand leefde met zijn schilderijen en zijn vrouw Nadia, al jaren geleden opgenomen in een psychiatrische inrichting. Wat volgt is een melancholisch verhaal over misgelopen liefde en het onbedoeld opsluiten van elkaars geliefde. Opsluiten in de kunst.

Al vanaf pagina 1 zit ik in het verhaal, zoals altijd bij het lezen van Bernlef. Het verhaal bouwt zich mooi op en de sfeer is naargeestig en triest. Het is zo mooi opgeschreven, dat je het verhaal voor je ogen ziet; alsof je naar beelden kijkt in plaats van hun omschrijving leest. Dat vind ik nog het mooiste aan Bernlef’s schrijfstijl; het is meeslepend zonder opsmuk. Geen moeilijke woorden of ingewikkelde zinconstructies. Niet vlak, maar ook niet moeilijk.

Wat mij betreft een mooi boekje. Het is zo uit (na slechts een ochtendje lezen), maar dat is met al zijn boeken zo. En na het lezen van wat dramatisch slechte boeken de laatste weken, was dit echt heel fijn om tussendoor te snoepen.

 

De haas met de amberkleurige ogen

Teleurstellend en langdradig

De haas met de amberkleurige ogenAlweer enige tijd geleden las ik in De Boekenkrant een lovende recensie over De haas met de amberkleurige ogen van Edmund de Waal. Sowieso sprak de afgebeelde omslag me al aan (een plaatje van, hoe kan het ook anders, een wit haasje), maar ook de omschrijving. Dus je kunt me mijn enthousiasme wel voorstellen toen ik het (ongelezen) in ons tweedehands boekenwinkeltje in Tilburg zag liggen. Weliswaar met een andere omslag, maar toch!

In het boek vertelt Edmund de Waal over een verzameling kleine Japanse beeldjes, zo klein dat je ze in je handpalm kunt verbergen. Het zijn uitsneden van dagelijkse taferelen, dieren en fantasiefiguren. Netsukes worden ze genoemd. Aan de hand van de verzameling netsukes die de auteur geërfd heeft van zijn oudoom, duikt hij zijn eigen familiegeschiedenis in, om te ontdekken wie de verzameling ooit voor het eerst heeft aangeschaft en wie van zijn familieleden de beeldjes nog meer in hun handen gehad hebben.

De familie van De Waal is Joods en heeft zijn roots in Rusland. De familie verspreid zich eind negentiende eeuw over Europa in onder andere Parijs en Wenen. De netsukes duiken voor het eerst op in Parijs.
Ik ben dol op familiegeschiedenissen; vind het heerlijk om me te verdiepen in de persoonlijke verhalen en ontwikkelingen van ooit levende maar nu slechts gereduceerd tot een naam in de stamboom. Dan komt het verleden écht tot leven! De Waal worstelt echter een beetje met hoe hij zijn verhaal wil opschrijven. Hij wil het juist zijn familiegeschiedenis eer aan doen en dus niet vervallen in sentimentaliteit. Jammer. Ik ben dol op sentimentaliteit.
Met als gevolg dat ik vooral veel lees over kunststromingen, sociale ontwikkelingen en de niveau riche lees. Pfff; boring!!
Als het verhaal zich naar Wenen verplaatst, wordt het in eerste instantie niet veel beter. Veel geneuzel over de inrichting van een huis en onderliggende verhoudingen van de mensen in de stad.

Ik kan nog veel meer klagen en zeuren. Het was op zich wel interessant om te lezen over het tijdsbeeld (en een kijkje te nemen in de huizen van de zeer rijken van die tijd), maar het is allemaal zo stoffig en droog. Ik ben meer van een Annejet van der Zijl die de mensen die ze portretteert tot leven wekt, in plaats van een opsomming van feiten en een schets van het tijdbeeld en de omgeving.

Misschien een hard oordeel; maar het was simpelweg niet wat ik ervan verwacht had.