Greenwood

Verrassing: geslaagd!

‘Laat je verrassen!’ zei Gianotten Mutsaers op hun Facebook. Daar ben ik natuurlijk een enorme sucker voor, dus mezelf meteen opgegeven. Ik moest drie titels doorgeven van boeken die ik mooi vond en het budget dat ik wilde uitgeven voor het ‘verrassingsboek’. En daar kwam deze uit: Greenwood van Michael Christie.

Sowieso om te zien een prachtig boek. Lekker dik, daar houd ik van, en op de zijkant in grijs de afdruk van hout met al z’n knoesten en jaarringen. Ik kon eigenlijk niet wachten om er in te beginnen!

Het verhaal begint in 2038 bij Jacinda (Jake) Greenwood. Ze werkt in een van de laatst overgebleven bossen ter wereld na de Grote Verdorring. Dat bos ligt op Greenwood Island, maar de overeenkomst tussen de naam van het eiland en haar achternaam, lijkt geheel op toeval te berusten. Tot ze te weten komt dat dat misschien toch niet het geval is.

De structuur van het boek is als een dwarsdoorsnede van een boom. De buitenste laag, de meest recente, is die van Jake. Dus het begint met haar verhaal. Daarna verschuift het verhaal naar dat van haar vader, die Jake nooit gekend heeft. En nog een laag dieper vertelt over Willow, Jake’s grootmoeder. In de kern, dus het midden van het boek, wordt het leven van de broers Greenwood, Harris en Everett beschreven. En dan, weer via hoofstukken over Willow, dan Jake’s vader, kom je als lezer terug bij Jake.

Ik vond het een boeiend leesproces. De eerste hoofstukken over Jake, over haar vader Liam en diens moeder Willow, las ik zonder een speciaal gevoel erbij te hebben. Maar toen ik over Harris en Everett las, hun levensverhaal leerde kennen, werd ik meer en meer gegrepen door het boek. En bij het terug naar buiten lezen, om het zo te noemen, en ik dus weer opnieuw langs Willow en Liam kwam, las dat heel anders. Ineens begreep ik hen, snapte ik het en wilde ik meer lezen!

Uiteindelijk kwam ik weer uit bij de buitenste, meest recente laag: Jake. Ik vond het einde van het boek… minder. Ik weet niet hoe ik het dan anders had willen zien eindigen, het is ook zeker geen slecht einde, maar ik weet niet. Het komt waarschijnlijk omdat ik mijn hart verloren heb aan Everett, de oom van Jake’s grootmoeder. Ongetwijfeld de meest bijzondere persoon in dit boek. Ik ben blij dat ik zijn verhaal heb mogen lezen. En vooruit, ook dat van de rest van zijn familie. Al met al: verrassing geslaagd!!

Gekkenwerk

Interessant inkijkje oorlogsjournalistiek

Mijn journalistieke hart is nog niet helemaal bedorven. Ondanks dat ik niet, zoals dat er altijd ingehamerd werd op de opleiding, elke avond om acht uur voor het journaal klaar zit (wel die van zes, telt dat ook?) en niet op alle nieuwssites geabonneerd ben of wat dan ook, ben ik het altijd wel een boeiende, en belangrijke, wereld blijven vinden. Dit boek van Minka Nijhuis ging er dan ook als zoete koek in.

Ondanks dat Nijhuis een bekende naam is in de Nederlandse journalistiek, is dit wel echt een roman. Ze heeft wel haar eigen ervaringen in de oorlogsverslaggeving gebruikt voor het schrijven van Gekkenwerk. Het voelt ook nergens overdreven of aangedikt, ondanks dat er ontzettend veel gebeurt.

In het kort gaat Gekkenwerk of stewardess Lotte die de ambitie heeft om oorlogscorrespondent te worden. Dat wordt je niet zo maar, dus wat volgt is een gecompliceerde reis naar ’s werelds grootste of soms vergeten brandhaarden. Van Cambodja, Birma en Oost-Timor naar Afghanistan, Irak en Syrië. Van een groentje met ‘beginnersgeluk’ ontwikkelt Lotte zich tot een geroutineerde verslaggeefster met een eigen visie op haar vak.

Ik vond het ontzettend boeiend geschreven. Ondanks alles blijft Lotte namelijk ook nog gewoon mens, met haar eigen twijfels en vragen en worstelingen met de dagelijkse dingen. Dat maakt haar, behalve een kick-ass stoer wijf ook een gewoon mens. En daar zit denk ik voor mij de bewondering en het verder willen lezen over die harde wereld.

Ben ik nu geïnspireerd door Lotte? Door Minka? Wil ik nu ook de journalistiek in? Naaah…. Ik houd het maar gewoon op erover lezen. En met boeken als Gekkenwerk is dat zeker geen straf!

In cold blood

Verrassend pakkend

Ik heb dat soms met boeken: ben er wel nieuwsgierig naar, maar voel niet direct de behoefte om het te lezen. Heeft denk ik vooral met verwachtingen te maken. Ik verwacht dan dat ik te moeilijk vind, niet interessant genoeg of te langdradig. En dan kies ik er maar voor het te laten staan.

Een vriend van mij vertelde over dat hij In cold blood had gekocht, van Truman Capote. Dit is dus zo’n boek. Ik was er wel nieuwsgierig naar, maar dacht dat ik het te moeilijk geschreven zou vinden en te vervelend. Na het zien van de film Capote heb ik geen hoge pet op van de auteur, akelig omhooggevallen mannetje.

Nadat hij het eerst zelf uitgelezen had, kreeg ik het boek in mijn handen gedrukt. Weer opnieuw die vreemde combinatie van weerstand en aantrekkingskracht. Op een vrijdag, in de zon in de tuin, met een lekker koud biertje ernaast, toch maar aan begonnen. Vier dagen later had ik het uit.

Capote schrijft over de viervoudige moord van de familie Clutter eind jaren vijftig in een klein dorpje in Kansas. Vader, moeder, zoon en dochter zijn ’s nachts in eigen huis doodgeschoten. Zonder duidelijk motief. En niemand heeft iets gezien of gehoord. De politie tast in het duister. Tot ze uiteindelijk op twee jonge manen stuiten: Perry Smith en Dick Hickock.

Het is een waargebeurd verhaal, maar Capote heeft zijn inlevingsvermogen en fantasie daar gebruikt waar er hiaten in het verhaal zaten. Daarmee heeft hij een zeer pakkende en boeiende roman geschreven. Je krijgt (bijna) sympathie voor maniak Perry Smith, één van de daders. En je leeft mee met rechercheur Dewey en de angstige dorpsbewoners.

Ik werd direct gepakt door het verhaal. Het was alsof ik naar een documentaire zat te kijken waarin een reconstructie van de moord en alle stappen ervoor en erna werd gedaan (in plaats van kijken was het dan lezen, natuurlijk). Ik was bang dat het ingewikkeld opgeschreven zou zijn, met moeilijke woorden en een hoop poespas. Niet het geval. Het is wel heel uitgebreid en beschrijvend omschreven, daar moet je van houden. Het duurt heel lang voor de moord wordt gepleegd in het boek en nog veel langer voor de daders gepakt worden en ze hun verhaal doen. Maar dat vond ik helemaal niet erg.

Mooi als een boek je kan verrassen.

West

Sfeervol eenzaam drama

Tijdens een voorzichtig uitstapje naar de boekenwinkel, viel mijn oog op de prachtige kaft van dit boek. Een mooie kleurrijke tekening van een man en zijn paard in woeste natuur, met een tekening van een gevaarlijk ogende indiaan op zijn paard eroverheen gelegd. Het speelt zich af in vroeger Amerika; toen het land nog niet geheel ontdekt was. De tijd van Indianen, pelsjagers en kolonisten. Kortom: de tijd van puur avontuur.

Cy Bellman gaat op zo’n episch avontuur. Hij stapt op zijn paard en laat zijn boerderij en tienjarige dochter Bess achter in de handen van zijn nukkige zus in Pennsylvania met de belofte binnen twee jaar weer terug te zullen zijn. Hij heeft gelezen over grote botten die men gevonden heeft in Kentucky en wil de fossielen met eigen ogen zien en nagaan of het gerucht waar is. Dat er in het westen nog steeds enorme monsterachtige wezens rondstruinen.

De sprekende sfeer deed me denken aan John William’ Butcher’s Crossing en Gil Adamson’s De weduwe. Ik houd van dit soort boeken. Het avontuur van nog niet eerder ontdekte graslanden en bergen (nog niet ontdekt door andere mensen dan Indianen, moet ik er dan bij zeggen), de geheimen van het land en de belofte dat alles mogelijk is, sleuren mij mee het verhaal in. Zetten me als het ware achterop dat paard, achter Cy Bellman.

Wat volgt is een reis langs de rivier, een indianenjongen die helpt de weg te vinden en een verdrietig meisje dat wil weten wat haar vader aan het doen is en wanneer hij weer terugkomt.

Dan is het toch jammer dat het boek in één dag uit is…   

Daisy Jones & The Six

Duurt te lang

Deze staat al heel lang op mijn wensenlijstje. Ik had er allerlei goede dingen over gelezen. Dat wilde ik nu zelf ervaren! Ik las ‘m in het Engels, puur omdat ik ‘m vond in de Engelse selectie van de boekenwinkel. Het had niet veel uitgemaakt als ik het in het Nederlands had gelezen, al had ik dan misschien de (bij)namen van de vele drugs die voorbijkomen, eerder kunnen (her)kennen.

Daisy Jones & The Six gaat over een band die heel veel succes had eind jaren zeventig en toen uit elkaar gingen. Het was bekend dat er veel strubbelingen in de band waren, maar wat nu de precieze reden was voor het uit elkaar gaan op hun hoogtepunt, dat was onbekend. Het boek zou geïnspireerd zijn door de band Fleetwood Mac, die ook niet bestond zonder de persoonlijke strubbelingen en roddels.

De stijl is opmerkelijk: het boek is geschreven alsof je een documentaire zit te kijken. Om en om komen de verschillende personen aan het woord. Ze vullen elkaar aan of spreken elkaar soms tegen. De mensen die aan het woord komen zijn de bandleden (Daisy Jones en Billy Dunne als zangers en belangrijkste personen komen het meeste aan het woord), maar ook de geluidstechnicus, critici, partners en de manager komen aan het woord.

De personages beginnen hun verhaal met de opkomst van de band The Six, het ontwikkelen van de persoonlijkheid van Daisy Jones en hoe die twee samenkomen en uiteindelijk het wereldwijde succes van de band.

In het begin is die vertelstijl echt leuk en spannend. Het leest als een trein, want het zijn allemaal korte quotes die elkaar in een rap tempo opvolgen. De personages zijn ook sympathiek, ik wilde echt weten hoe het nu verder met ze ging.

Waar de vertelstijl in het begin nog zo nieuw en spannend is, gaat het me op een gegeven moment echter tegenstaan. Het leest snel, maar het verhaal ontwikkelt zich maar langzaam. Je merkt ook dat de schrijfster af en toe vastloopt in dat documentaire-/interviewconcept en dan maar één personage een hele dialoog laat ‘navertellen’.

Al met al duurt en duurt het maar. De spanning tussen de personages loopt op. Omdat iedereen aan het woord moet komen en er zijn of haar kijk op moet geven, wordt die spanningsboog veel te ver opgerekt.

Aan de ene kant vind ik dit boek origineel, heeft het sympathieke personages en een boeiend verhaal. Aan de andere kant duurt het allemaal net iets te lang en mist de vertelstijl net dat beetje meer waardoor het echt een verhaal wordt. Het blijft nu allemaal wat fragmentarisch.

Eleanor Oliphant is completely fine

Grappig met een donker randje

Daar heb je weer zo’n ‘vliegveldboek’! Ook deze kocht ik in Dublin in de kiosk. De titel had ik al eens eerder voorbij zien komen in de catalogus van de leesclub. Iemand zei toen dat ze die al gelezen had en dat het een erg leuk boek was. Dus toen ik dit zag staan, borrelde dat meteen naar boven. Met andere woorden: meteen afrekenen die hap!

Eleanor Oliphant is een beetje ‘peculiar’. Ze is erg op zichzelf en vindt andere mensen over het algemeen maar vervelend. Ze gaat naar haar werk waar ze vooral zo min mogelijk interactie wenst met die domme collega’s van haar, gaat op vrijdagmiddag na haar werk naar de supermarkt, haalt pizza en twee flessen wodka, waarmee ze het weekend doorkomt. En op maandag begint alles opnieuw.

In eerste instantie lijkt het alsof Eleanor (die het verhaal ook zelf verteld) autistisch of op een of andere manier contactgestoord is. Maar uit haar wekelijkse telefoongesprekken met haar moeder (‘mummy’), blijkt al snel dat ze een niet echt liefdevolle jeugd heeft gehad. En haar moeder zit nu ergens waar ze wel kan bellen, maar niet langs kan gaan. De gevangenis?

Gaandeweg ontmoet Eleanor Raymond: het IT-mannetje bij haar op kantoor die op een dag haar computer moet bijwerken, want Eleanor kan niet meer inloggen. Ze moet uiteraard niets hebben van deze onverzorgde kind-man, zoals ze hem noemt (hij draagt t-shirts met cartoonpersonages en flodderige hoodies). Raymond laat zich echter niet zo snel afschrikken door Eleanor.

Wat volgt is een voorzichtige vriendschap waarin Eleanor steeds meer uit haar schulp kruipt. Haar wereld wordt groter en mooier, maar ook haar geheimen en verleden krijgen zo meer ruimte. En dat vindt Eleanor heel, heel moeilijk.

Meer ga ik niet over het verhaal vertellen, dat heb ik nu al genoeg gedaan. Wat ik nog wel wil zeggen is dat het een heel leuk boek is. Eleanor is een beetje gek en omdat zij het verhaal vertelt, wordt het bij vlagen ook erg grappig. Vooral haar observaties van (het gedrag van) de andere mensen om haar heen, zijn heel komisch. Haar geheimzinnige verleden en vinnige moeder geven het verhaal het nodige rafeltje en de romantische noot is voor de zanger van de band waar Eleanor helemaal verliefd op is, en Raymond natuurlijk. En het wordt vanzelf spannend naarmate alles samen komt. Kortom: alles in één!

Finse dagen

Puur Koch

Finse dagen is een ander soort boek dan ik tot nu toe van Herman Koch heb gelezen. Het gaat over hemzelf. Over hoe hij als negentienjarige jongen een half jaar lang in Finland woonde; in zijn eentje bij een boer en zijn vrouw en hen hielp op de boerderij. Het gaat over het overspel van zijn vader, het verlies van zijn moeder, maar ook over hoe hij nu is. Wat hij doet en voelt als hij in het buitenland een hotelkamer betreedt of een clandestien etentje van de uitgever moet bijwonen. Met andere woorden: het gaat puur alleen over hemzelf. Puur Koch.

Er is natuurlijk altijd de literaire vrijheid en je kunt je dus afvragen hoe waargebeurd dit waargebeurde verhaal is. Daar speelt de schrijver zelf ook mee, in het boek. Maar eerlijkgezegd vind ik dat niet echt belangrijk. Ik geloof dat de basis echt is, dat het daar waar dat nu eenmaal kon, wat is aangedikt en mooier is gemaakt, is mij om het even.

Typisch Koch is het neerzetten van zijn personages met al hun onhebbelijkheden en pakkende beeldende omschrijvingen. Zo ook in Finse dagen, waarin hij zichzelf als opstandige tiener afschildert als egocentrisch en soms zelfs rondweg gemeen. Ook nu, als volwassen man en geprezen schrijver, durft hij zijn hoofd binnenstebuiten te keren en zijn onzekerheden en sociale onvermogen te benoemen. Af en toe schitterend onbeholpen en, dat vind ik, herkenbaar.

Dat vind ik de echte kunst van Koch. Zijn verhalen zijn ook altijd goed, origineel en spannend, maar het zijn de personages en de omschrijvingen, het neerzetten van de wereld, die ik het mooiste vind in zijn werk. Zo ook in Finse dagen; of het nu echt gebeurd is of niet.

Happiness

Pretentieus en overrated

Het lezen gaat snel nu, door de sociale isolatie. Terwijl buiten het coronavirus rond raast, lees ik binnen op de bank mijn boeken. Fysiek zit ik vast op één plek, maar in mijn hoofd zijn nog zoveel werelden te ontdekken. Zo ook de wereld in Happiness.

In het kader van ‘be Columbus’ heb ik mezelf enkele maanden geleden opgegeven voor een leesclub. Nog niet eerder gedaan en toen ik de oproep las op de site van Giannotten, dacht ik: “Ik kan het allicht eens proberen.” Dit was dan specifiek de leesclub voor Engelstalige boeken. En de bedoeling is ook dat wij, de groep, dit in het Engels gaan bespreken met elkaar.

Happiness heeft mij echter, ondanks de titel, weinig vreugde gebracht. Als ik dit boek puur voor mezelf had gelezen, dan had ik het al lang weggelegd en niet uitgelezen. Wat een verschrikkelijk boek. Kan best zijn dat de schrijfster allerlei prijzen heeft gewonnen en dat dit een uniek inkijkje geeft in de grootstedelijke problematiek van immigratie en wat dan al… Ik vond het vooral stom.

Het boek gaat over een Amerikaanse wetenschapper, Jean, die in Londen is om de vossen in de stad te bestuderen. De andere lijn is het verhaal van Attila, een Afrikaanse man die in de stad is om een lezing te geven over post-traumatische stoornissen. Attila’s nichtje, die in Londen woont, is haar zoontje kwijt en samen met Jean, die haar vossen-observeer-netwerk hiervoor om hulp vraagt, gaat Attila op zoek naar het kind.

Wat volgt is een slordig geheel van te veel toevalligheden en door elkaar lopende verhaallijnen van Attila, Jean en nog wat randpersonages die ook van alles meegemaakt hebben. De schrijfster heeft een soort van parallel willen trekken tussen de vossen en immigranten in de stad; allebei door mondiale, eco-sociale redenen naar de stad getrokken en allebei gehaat door de bewoners. Zoiets. Dat is wat ik er uit haal. En ik vind het een beetje vergezocht, eerlijk gezegd.

Nu ben ik geen immigrant (of vos), dus ik kan dat natuurlijk nooit zo zeggen. Wat weet ik er nu van? Maar wat ik wel weet is dat ik het vreselijk lezen vond. Het verhaal gaat van hot naar her (van Afghanistan naar Londen, van een wolvenvanger tweehonderd naar geleden tot een demente ex-geliefde en een jongetje dat zich verstopt in een parkeergarage). De afstand tussen de personages, maar ook die naar de lezer toe, blijft te groot waardoor je simpelweg geen binding krijgt met het verhaal. De flashbacks zijn heel hinderlijk cursief gedrukt waardoor ik het ook visueel ook gewoon vervelend lezen vond. En het dúúrt lang! Veel te lang. Denk je dat het afgelopen is als het kind is gevonden? Nee, dan suddert het nog veel te lang door, zonder echt zichtbaar een punt te maken. Ik bedoel: wat is nu het verhaal? Wat wordt er nu verteld? Wat moet ik hier nu uit halen? Geen idee.

Kortom. Geen leuk boek. Zou het zeker niet aanbevelen. Te langdradig. Te onsamenhangend. Te vergezocht. Benieuwd wat de rest van de groep ervan vindt!

Het moois dat we delen

Die komt even binnen

Een tijd geleden heb ik mezelf opgegeven voor een leesclub. Ik zag een mededeling op de site van Gianotten Mutsaers over een informatieavond en ik dacht ‘doe eens gek’. Het is een leesclub voor Engelstalige boeken. Tijdens de informatieavond werd de groep gevormd, drie boeken uitgekozen en data afgesproken waarop we samengekomen. So far so good.

Het boek, het eerste boek dat we moeten lezen, is echter een draak van een boek. Echt… Verschrikkelijk. Een hele opgave om uit te lezen. Ik laat nog wel weten welk boek dat is/was en mijn uiteindelijke visie erop, maar nu eerst een ander boek. Ik had namelijk even weer leesplezier nodig, in plaats van leesdrama. Dus pakte ik een willekeurig boek van mijn ‘te lezen stapeltje’ en begon.

De naam van de schrijver kende ik niet: Ish Ait Amou. Het boek kende ik ook niet, het was een tip van verkoper Herman van Gianotten. Ik heb wel vaker tips van Herman gelezen, dus ik vertrouw onderhand bijna blindelings op Herman. Dus zo ook dit boek van Ish.

Ish? Nu al op first name basis? Ik zal vertellen hoe dat komt: tijdens het lezen bleef die naam maar aan me knagen en toen wist ik het! Ish was één van de danscoaches in mijn favo tv-programma So You Think You Can Dance (ja nu komen de duistere geheimen naar boven, hoor, haha!). Hiphop was zijn genre. Een Belg. Wel een leuke gast, maar schrijver? Joh! Niet verwacht. Anywayz, in dat programma werd iedereen met alleen de voornaam genoemd, dus vandaar.

Maar goed, schrijver dus. En hoe! Wauw! Dit boek komt even binnen, hoor. Het was dan ook in een vloek en een zucht uit (letterlijk). Een vreselijk verhaal, als in: een ontzettend drama waarin twee mensen psychisch voor het leven verminkt zijn. Qua persoonlijkheden kunnen de oude man en de jonge vrouw niet verder van elkaar staan, maar het vreselijke drama waar ze beiden verlies hebben geleden, brengt ze op een bijzondere manier toch samen.

Ik ga niets meer verklappen. Ik wil niet meer verklappen. Ik wil dat je dit boek leest! Het is een klassieke tragedie in een hedendaagse setting. Het verwarmt je hart, laat je huilen, glimlachen en hardop vloeken tegelijk. Dank Herman voor wederom een toptip!

Het geheim van de dienstmaagd

Spannende roman over moeizaam onderwerp

Religie en totalitaire regimes zijn nu niet de meest leuke dingen die samengaan. In dit boek al helemaal niet. Het zijn ook niet persé de onderwerpen waar ik met enthousiasme over wil lezen. In dit geval is het boek wat ze een klassieker noemen en aangezien de langverwachte opvolger van dit boek al maandenlang door mijn consumentenstrot geduwd wordt in elke boekenwinkel en -site, besloot ik me toch te wagen aan het veelgeprezen eerste boek. En dat was geen teleurstelling.

We stappen het verhaal binnen als een jonge vrouw overgeplaatst wordt naar een nieuw gezin. Ze is een dienstmaagd. Dienstmaagden zijn ‘the lowest of the low’ en iedereen kijkt op ze neer. Hun enige taak is kinderen baren voor gezinnen die zelf geen kinderen kunnen krijgen. Ze mogen niet uit zichzelf praten, worden hooguit voor wat boodschappen op pad gestuurd. Verder moeten ze wachten tot ze seks hebben met de man des huizes, zwanger worden en een kind baren voor de echtgenote. En dit is, even gechargeerd, allemaal God’s wil.

De dienstmaagden verliezen ook hun eigen namen; ze krijgen een naam waaruit duidelijk is bij welk huis ze horen. De hoofdpersoon heet dan ook Vanfred (want ze is ‘van Fred’). Zij vertelt het verhaal. Ze kent nog een leven waarin ze nog vrij was om te gaan en staan waar ze wilde, waarin ze zelf een man had en een dochter. Tot ze gepakt werd en tot dit leven veroordeeld werd. Waar haar man en dochter nu zijn, weet ze niet, maar ze probeert hoop te blijven houden.

In haar verhaal verweeft ze het heden met het verleden en zo leer ik hoe ze in deze situatie is gekomen, hoe ze is ‘opgeleid’ tot dienstmaagd (geïndoctrineerd is het betere woord) en wat haar gedachten zijn. Door zo midden in het verhaal te beginnen en met kleine hapjes het verleden, en dus het hele verhaal, te leren kennen, maakt het spannend. Het helpt het doorlezen: ik wil weten wat er nog meer is gebeurd!

Uiteindelijk bouwt de spanning zich subtiel op: Vanfred gaat een intiemere relatie aan met De Bevelvoerder, zoals ze de man des huizes noemt, en zo lijkt de hoop om ooit een einde aan haar situatie te maken niet meer helemaal onrealistisch. Waar eerst de spanning in de flashbacks zit, zit dat in de tweede helft van het boek juist in het heden: wat gaat ze doen? Gáát ze iets doen? Durft ze dat?

Het boek heeft op mij niet het wow-effect zoals ik van tevoren bedacht had dat het wel zou moeten hebben, gezien de ophemeling ervan door de media. Aan de andere kant is dat ook niet helemaal eerlijk ten opzichte van het verhaal. Ik heb dit boek wel met liefde gelezen. Ik sta niet te springen om dat tweede boek te lezen, dat mag nog even wachten, maar de kans dat dat in de toekomst gaat gebeuren is er zeker.