De kunst van het veldspel

Mooi rond verhaal over vriendschap en zelfopoffering

de-kunst-van-het-veldspelOndanks het gebrek aan kennis over honkbal, heb ik enorm genoten van dit boek. Ga ik me nu verder verdiepen in de wereld van honkbal? Nee. Dus zo’n boek is het. Het gaat over honkbal, maar ook vooral níet over honkbal. Wat mij betreft één van de betere boeken die ik dit jaar gelezen heb, over vriendschap en zelfopoffering. En toevallig ook een beetje honkbal.

In dit boek volgen we Henry Skrimshander, een ongekend getalenteerde jonge honkbalspeler. Hij krijgt een studiebeurs vanwege zijn talent op het veld en beland op Westish College, een kleine universiteit aan Lake Michigan. Zijn ontdekker en teamgenoot, Mike Schwartz wordt zijn trainingspartner. Samen met zijn homoseksuele vriend Owen, de andere teamgenoten van zijn honkbalteam en de dochter van de rector van de universiteit, beleeft Henry het meest intense honkbalseizoen ooit. Hij is de beste speler, hét talent, scouts komen van heinde en verre om naar hem te kijken. Tot Henry blokkeert en geen bal meer kan vangen. De gevolgen zijn groot, niet alleen voor Henry, maar indirect ook voor de levens van Mike, Owen en de rector.

Bij het lezen van het eerste hoofdstuk, wist ik al dat ik van dit boek zou gaan genieten. Het deed me meteen al denken aan De waarheid over de zaak Harry Quebert van Joel Dicker: ook al zo heerlijk boek. Het heeft ook zeker overeenkomsten: lekker dik, een Amerikaanse setting en hoofdpersonages dat van de eerste tot laatste pagina blijven boeien.

Een klein minpuntje kan zijn dat het verhaal, ook redelijk typisch Amerikaans (en in tegenstelling tot De waarheid over de zaak Harry Quebert), voorspelbaar is. Maar weet je, net als bij sommige films, is voorspelbaarheid helemaal niet erg. Het is een heerlijk boek over vriendschap, zelfopoffering, liefde, honkbal, keuzestress, jonge mensen, Amerika. Het is een mooi rond verhaal met een opbouw, een hoogtepunt, een plotwending en een einde dat het verdiend. Een boek dat je met een tevreden gevoel uitleest.

Ventoux

Mannenboek

VentouxHeb je je net door Saskia Noort heen geworsteld (nou ja, het boek Debet dan), dan komt de volgende horde in beeld. Vernoemd naar een berg en net zo’n zware beproeving om het boek te lezen als om de berg te beklimmen. Ventoux van Bert Wagendorp is misschien niet eens zo’n slecht boek, maar het is een echt mannenboek. Het gaat over mannendingen, mannenvriendschap en heeft mannenhumor. En ik heb ontdekt dat dat geen ding voor mij is.

Het boek gaat over een groep vrienden die nog één keer met z’n allen de Ventoux gaan opfietsen, zoals ze tig jaar geleden ook gedaan hebben toen ze net van de middelbare school afkwamen. Alleen sleuren ze nu allemaal bierbuikjes, scheidingen en dubieuze verledens met zich mee de berg op.

In de media werd dit boek een ‘wielerboek’ genoemd, omdat het gaat over de Ventoux en het fietsen. Wagendorp heeft dit altijd stellig ontkend, gezegd dat het een boek is over vriendschap en het vergaan van de tijd.

Wat mij betreft is het een wielerboek dat gaat over het vergaan van de tijd en vriendschap terwijl ze een berg opfietsen. En ik vond er niets aan. Ik vond het verhaal stom en kon me maar moeilijk inleven in de personages. Niet mijn ding.

Kieft

Had in de helft van het aantal pagina’s gekund

KieftEindelijk, na drie jaar proberen, zat ik in de kernjury van de NS Publieksprijs: zes gratis boeken, woehoe! Toen had ik nog geen idee welke boeken. Dat hoorde ik een dag voor dat de boeken uitgereikt werden aan de kernjuryleden. Toen was ik al wat minder enthousiast. Maar ach, gratis boeken, altijd goed. Toch?

Op het evenement schrok ik een beetje van alle vriendelijke, praatgrage kernjuryleden. Allemaal boekennerds en ik hoor daar bij. Alleen had ik niet zo veel met deze enthousiaste Saskia Noort- en Esther Verhoeffans. Gratis boeken zijn leuk, maar het moet wel een beetje niveau hebben. En dat verwacht ik niet van Noort en Verhoef. Of van een boek over de Ventoux en Wim Kieft. Het enige boek waar ik enthousiast van werd was Geachte heer M. van Herman Koch. Maar ja, die had ik al gelezen.

Tijdens het lange wachten op het laten signeren van de boeken door de schrijvers, begon ik aan Kieft. Tijdens de trein- en busreis terug bleef ik lezen en eenmaal thuis was ik al op de helft. Het lees heel erg snel; korte zinnen, veel spreektaal. En veel herhaling. Wat mij betreft had het in de helft aantal pagina’s gekund, dat levensverhaal van Wim Kieft.

Buiten dat was het wel een interessant verhaal. Een triest relaas over verlegenheid, eenzaamheid en drugsgebruik. De cynische humor van Kieft en de makkelijke schrijfstijl zorgden ervoor dat ik het boek in twee dagen uitlas. Boek nummer één was uit, op naar de andere vijf! (Of eigenlijk vier, aangezien ik Koch al had gelezen.)

Werfbeurt voor een oude duursporter

Martin Baten – Werfbeurt voor een oude duursporter: geestig en inspirerend

Werfbeurt vor een duursporterNa achttien jaar werk op zee wordt het tijd voor wat anders. Het volbrengen van een Ironman triatlon in 2011 in Wanaka, Nieuw Zeeland, heeft een grote invloed op de keuzes die gemaakt gaan worden voor het jaar dat daarop volgt. Het wordt een carrière in de (duur)sport. Een ‘oud’ zeeman gaat terug naar de collegebanken in Ierland. Een onzekere tijd met verscheidene wendingen breekt aan. Het verhaal meandert tussen het leven aan boord van schepen, sportevenementen, college en persoonlijke malaise. Alles is beschreven in een waterval van emoties en hersenspinsels van de auteur. Af en toe lijkt het alsof de draad helemaal zoek is, maar uiteindelijk valt de puzzel dan toch in elkaar.

Dit is het tweede boek van Martin Baten. Zijn eerste boek beschrijft zijn passie voor sport en de aanloop naar het grote sportevenement toe; de Ironman in Wanaka, Nieuw Zeeland. Via via ben ik dat boek gaan lezen. Het was even worstelen, want ik ben niet echt thuis in de wereld van (duur)sport en de trainingsschema’s werden me meteen om de oren gesmeten. Maar iets in zijn stijl, zijn humor, bleef me aantrekken in dat verhaal en het boek had ik snel uit.

In dit tweede boek speelt niet een specifiek sportevenement de hoofdrol, al komen ook hier de nodige marathons, sportblessures en trainingen voorbij, maar een carrièreswitch. Van de zee, naar het vaste land. Van stil zitten op een schip op zee, naar de massagetafel in een leslokaal. En dat je die switch niet zomaar maakt, daar is Baten achter gekomen. En dat schrijft hij opnieuw in zijn geheel eigen van-alles-wat-stijl op.

Sneltreinvaart, waterval, het zijn termen die de uitgever gebruikt om Baten’s schrijfstijl te omschrijven. En die zijn behoorlijk goed gekozen kan ik je zeggen. Het is echt even wennen, want het gaat van hot naar her, op en neer, en snél! Je zou het lezen ervan zelfs kunnen vergelijken met datgene waar de passie mee is begonnen; met een triatlon. Er komt ook veel Engels voor in de tekst en iedereen die hij ontmoet of kent wordt bij zijn bijnaam genoemd.

Werfbeurt voor een duursporter is een erg persoonlijk verhaal en toch ook herkenbaar. De twijfels, angsten en onzekerheid die komen kijken bij het maken van zo’n ingrijpende beslissing. Het verdriet dat blessureleed heet, faalangst en eenzaamheid. Daarentegen ook euforie en het meest geniet ik van zijn wedstrijdverslagen. Niet alleen van de wedstrijden die hij zelf meeloopt, maar ook als hij langs de kant van de weg staat.

Voor duursporters is dit boek, net als Challenge Wanaka 2011 – Handboek triatlon voor de zeeman, zeer herkenbaar en geestig. Maar dit boek gaat ook over keuzes maken en de persoonlijke twijfel die komt kijken bij het maken van een carrièreswitch. Plus het bevat de nodige dosis humor en zelfspot, waardoor het ook voor niet-sporters (zoals mijzelf) een geestig en inspirerend boek is.