De bibliothecaresse van Auschwitz

Antonio Iturbe – De bibliothecaresse van Auschwitz: feiten of fictie? Verwarrend.

de bibliothecaresse van auschwitzTe midden van de horror en ellende van Auschwitz is pal onder de ogen van de nazi’s in het geheim een schooltje opgezet. Op een plek waar boeken streng verboden zijn, verbergt de veertienjarige Dita onder haar jurk de kleinste en meest clandestiene bibliotheek die ooit heeft bestaan. De acht boeken worden door haar en de andere kampgenoten gekoesterd als schatten. Dita toont ons een prachtige les in moed: ze geeft niet op en verliest nooit de wil om te leven of om te lezen. Zelfs op die verschrikkelijke plek geldt voor haar dat verhalen je kunnen meevoeren naar een andere wereld. De bibliothecaresse van Auschwitz is een ontroerend verhaal over overleven in de verschrikkelijjkste omstandigheden. Over hoe verhalen mensen kunnen helpen en de moed van een jong meisje om ze te bewaken.

Dit boek gaat niet alleen over Dita, de bibliothecaresse. Het gaat ook over Freddy Hirsch en Rudi Rosenberg. Hirsch was een mede-kampbewoner en leidde het illegale schooltje. Hij gaf Dita de taak als bibliothecaresse. Rudi Rosenberg was ook een gevangene en ontsnapte uit het kamp. Deze drie mensen hebben echt bestaan (Dita leeft nog) en in dit boek wordt hun verhaal verteld. Of beter gezegd: de drie verhalen. Op een of andere manier vloeien deze drie verhalen niet makkelijk samen, ondanks dat ze alledrie tegelijkertijd in het kamp zaten. Doordat de schrijver geen van de personages te kort wil doen, vervalt hij af en toe in een geschiedenisboek-achtige stijl door te vertellen over de jeugd van Hirsch en de achtergrond van Rosenberg. Het boek blijft het meest een roman met vloeiende vertelstijl zolang Iturbe over Dita blijft schrijven. Het is jammer dat door de toevoegingen van de verhaallijnen van Hirsch en Rosenberg de roman als los zand aan elkaar hangt.

Ik noem Hirsch en Rosenberg personages. Dat is niet eerlijk, aangezien deze mensen echt geleefd hebben. Iturbe maakt echter van zijn schrijversvrijheid gebruik door zijn boek te baseren op de feiten.  Dat wil zeggen: het verhaal, de roman, die om die feiten heen opgebouwd is, is fictie. En met deze vreemde mengeling van waargebeurd en ‘voor de sfeer erbij verzonnen’ (zo noem ik het maar even), heb ik veel moeite. Wat is nu waargebeurd? Hoe kan hij Hirsch’ gedachten en twijfels opschrijven, zijn die echt? Was het echt zo’n persoon? Of is het voor het verhaal beter om hem zo te omschrijven? En hoe weet je wat de nazi die verliefd wordt op één van de meisjes heeft gevoeld en gedacht, om nog maar een voorbeeld te noemen.

Eerlijk gezegd weet ik niet goed wat ik van dit boek vindt. Het is een dubbel gevoel waar ik mee worstel. Het verhaal van Dita is prachtig; de troost van de boeken, haar persoonlijkheid, haar kracht en moed. De omschreven verschrikkingen die kampbewoners dagelijks moeten doorstaan geven een inkijkje in de gruwelijkheden die de nazi’s in hun kampen dagelijks uitoefenden. Het is onvoorstelbaar dat dit op grote schaal gebeurde. Deze vreselijke geschiedenis blijft boeien en intrigeren, een les voor de toekomst die ons moet blijven herinneren dat dit nooit meer mag voorkomen. Alleen daarom al is De bibliothecaresse van Auschwitz een waardevol boek. Ik had alleen gewild dat Antonio Iturbe zich meer bij de feiten had gehouden. Dan maar geen roman, dan maar een ooggetuigenverslag of een geschiedenisboek. Dan had ik dit boek meer gewaardeerd.