Jessica Duchen – Hongaarse dansen: ondanks vlotte schrijfstijl een teleurstelling
Karina Veres leek ooit voorbestemd om in de voetsporen te treden van haar Hongaarse grootmoeder, een wereldberoemde violiste. Maar in plaats daarvan is ze docente, moeder en vrouw van Julian, haar zeer Britse echtgenoot, met wie ze het niet altijd even goed kan vinden. Wanneer haar beste vriendin bij een groot metro-ongeluk betrokken raakt, wordt Karina gedwongen na te denken over haar eigen leven. Aangemoedigd door een toevallige ontmoeting met de gelijkgestemde musicus Rohan Masterson, gaat ze op zoek naar het zigeunerverleden van haar grootmoeder en ontdekt ze de geheimen van haar Hongaarse familiegeschiedenis. Karina’s leven verandert daarmee voorgoed en ze beseft dat ze haar liefde en passie voor muziek niet langer kan ontkennen.
Ondanks dat het verhaal en de personages veel warmte en liefde uitstralen, wil het boek maar niet tot grote hoogte stijgen. Het verhaal is langdradig en doorsponnen met ingewikkelde muziektermen die nergens verklaard worden. Bovendien lijkt de hoofdpersoon Karina soms wel erg traag van begrip. Als lezer wil je haar graag eens vastpakken bij de schouders en flink door elkaar rammelen om aan haar verstand te brengen wat ze moet doen (of juist niet). Als het verhaal dan uiteindelijk bij de climax aankomt, zakt deze net zo goed weer in elkaar. Het hele boek door lijken Karina’s vader en haar grootmoeder hun familiegeschiedenis ab-so-luut niet willen delen met hun (klein)dochter. Maar als ze dan uiteindelijk zelf wat uitvogelt, kan de deur ineens wagenwijd open. Dat, samen met de geschiedenis van de dood gewaande vriendin, komt erg ongeloofwaardig over, waardoor het hele boek een beetje een teleurstelling is.
Toegegeven: de schrijfstijl is, op de ingewikkelde muziektermen na, lekker vlot en ook de sympathieke personages zorgen ervoor dat het lekker wegleest. Maar qua inhoud overstijgt het boek de middelmatigheid niet.