Michel Faber – Het vuurevangelie: uiteindelijk gaat het helemaal nergens over
Theo Griepenkerl is een expert in het Aramees. In de nasleep van de recente oorlog in Irak bezoekt hij een museum in de stad Mosul, wanneer er een bom ontploft. Theo zoekt dekking en vindt bij toeval negen papyrusrollen. Hij is er na bestudering van overtuigd dat hij Het Vijfde Evangelie heeft ontdekt; een vondst van onschatbare waarde. In de rollen wordt op schokkende wijze verteld over de laatste dagen van Christus en dit evangelie is volstrekt in tegenspraak met de bestaande evangeliën. Theo besluit de tekst te vertalen en openbaar te maken, een keuze die nog veel grotere gevolgen heeft dan hij had kunnen voorzien.
Michel Faber (1960) werd geboren in Den Haag, groeide op in Australië en woont tegenwoordig in Schotland. Hij is de auteur van acht boeken, waaronder de internationale bestsellers Onderhuids en Lelieblank, Scharlakenrood. Een pakkende schrijfstijl is hem zondermeer toegewezen. Het Vuurevangelie is geen dik boek (205 pagina’s) en de bladzijden zijn met ruime marges aan weerszijden opgemaakt. Het leest daarom snel weg. Ondanks dat de materie soms wat moeilijk is, het omschrijven en vergelijken van de evangeliën is niet niets, wordt het nergens te ingewikkeld.
Hoofdpersoon Theo is een beetje een sukkel. Hij doet een geweldige ontdekking, maar wordt gedumpt door zijn vriendin, krijgt een veel te laag geldbedrag voor zijn boek van de uitgeverij en blijkt een enorme angsthaas als tot twee keer toe zijn leven bedreigd wordt door al dan niet religieuze fundamentalisten. Hij beseft zich dit ook en vraagt zich zelfs af waarom hij eraan begonnen is. Als lezer krijg je, ondanks de slachtofferrol van Theo, geen sympathie voor zijn figuur. Hij blijft een beetje een lachertje, alleen belust op zijn eigen geluk en enigszins onnozel in het vooruitzien van de impact van zijn boek. De mensen om hem heen zijn al even onsympathiek; het enige waar ze op uit zijn, is het geld dat de auteur binnenbrengt. Zelfs de fundamentalisten die denken met een ontvoering van de schrijver hun punt te kunnen overbrengen, zijn zo amateuristisch en maken zulke ‘over-the-top’-beredeneringen, waardoor het boek onbedoeld een hoog slapstickgehalte heeft.
De cynische toon van Faber maakt het boek uiterst vermakelijk. Het geeft een aardig beeld over hoe mensen onbedoeld de wereld in rep en roer kunnen brengen door een enkele op- of aanmerking te maken met betrekking tot religie. Denk maar aan de heftige reacties op het boek De Da Vinci Code, de cartoonrellen in Denemarken en onze eigen Geert Wilders met zijn film Fitna. Met het schrijven van Het vuurevangelie wil Faber duidelijk maken dat het uiteindelijk nergens over gaat en daar slaagt hij goed in.